De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden - pagina 48

36 afschrift

2.

billetten, die

van het procesverbaal van de opening der stevn-

den 22

ming van gezegde een aan

3.

VAN

AKKEREN

ingeleverd ter benoe-

zijn

voornoemd gerigt adres van

kerkvoogden c.

1869

Januarij

twaalf notabelen.

s.

,

stemgeregtigde hdmaten

J. J.

te Sneek, d. d.

22 Januarij 1869, houdende, op de daarin aangevoerde gronden protest tegen de plaats gehad hebbende stemming van twaalf notabelen hunner gemeente. een aan voornoemde kerkvoogden gerigt adres

4.

KROL nuarij

,

lid

der hervormde gemeente te

1869, houdende gelijk protest

Sneek

,

van G.

J.

van den 22 Ja-

als voren.

een aan kerkvoogden voormeld en verdere leden of mede-

5.

helpers van het stembureau,

bij

de stemming van

de notabelen gerigt schrijven van

J.

hebbende tot beweerde weigering

om

let te

geven, ten einde deel te

P.

HEKMAN,

aan

hem

een

voornoembetrekking

nieuw

nemen aan de stemming

bil-

ter be-

noeming van gemelde notabelen. Gelet hebbende op art. 28 van het besluit tot voorloopige organisatie van de nederlandsche hervormde kerk, aangaande het beheer der kerkelijke goederen en fondsen bij hare gemeenten en het toezigt daarop, vastgesteld door het algemeen coUegie van toezigt op het beheer dier goederen den twaalf October 1868, naar aanleiding van en krachtens welk besluit melde verkiezing van }iotabelen heeft plaats gehad,

aanmerking nemende ten aanzien der protesten

In

VAN

AKKEREN

c.

s.

paald de vernietiging

en G.

J.

KROL,

bij

de voor-

van

J.

J,

het eerste waarvan be-

wordt gevraagd der gehouden stemming,

dat de gronden in deze stukken aangevoerd, niet

zijn

ontleend

aan eenige beweerde veronachtzaming der bepalingen van gezegde voorloopige organisatie, welke aanleiding zoude moeten geven, tot het uitspreken zijn in

der

verlangde nietigheid, maar gelegen

de door protestanten gestelde onwettigheid en onverbind-

baarheid van het geheele

besluit tot

die

organisatie.

Overwegende dat het provinciaal collegie van toezigt naar den aard van zijnen werkkring niet geroepen en daardoor eveneens niet bevoegd is, om uit laatst gemeld oogpunt bij hunne bezwaren stil te staan, veel min op grond daarvan vernietiging der stemming te verklaren. Overwegende dat het bij deze beschouwing overbodig mag worden geacht mede stil te staan bij de verklaring van de pro-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen