GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De leidsche Professoren en de Executeurs der Dordtsche Nalatenschap - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leidsche Professoren en de Executeurs der Dordtsche Nalatenschap - pagina 109

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJLAGEN.

105

beweert, dat de heeren Thysius, Walaeus en Polyander het om der consciëntie wil afsloegen, door en met het eigen toedoen dezer heeren is tot stand gekomen en goedgekeurd ; 4. dat de sjibjectie aan de Synode, die ze weigerden, in het allerminst niet betrof en niet kon betreffen hun al of niet erkennen van het recht der Synode, om ter laatster instantie in zake van belijdenis te beslissen, wijl deze heeren zelven in de Synode dit hooge recht tegenover de Remonstranten hadden helpen uitoefenen ; en aldus uitsluitend ziet op subjectie »van den lasthebber aan zijn lastgever en aansteller." en 5. dat indien T. n. er op drukt, dat toch het »pcr oninia'" •) in de nu onderteekende formule is weggebleven, dit zóó weinig bewijst dat deze heeren tegen het per omnia bezwaar hadden dat veeleer deze zelfde heeren in de onderteekeningsformule die ze zelven voor de Doctoren in de Theologie opstelden en die door alle Doctores Theolegiae en dus door schier alle Hoogleeraren in de godgeleerdheid aan de Leidsche Hoogesohool onderteekend is ; wel terdege dit per omnia (in allen deele) inlaschten. Daarin toch heet het: ))Ik betuig plechtiglijk voor God, hiermee te erkennen, dat de leer die in de Gereformeerde kerken en aan de Leidsche academie «nderwezen wordt, rechtzinnig en overeenkomstig den Woorde Gods is, en derhalve mij in dier voege bij deze leer neder te leggen, dat ik wetende wat ik doe en met een goede consciëntie «voor alle deelen" {in omnibus) die de leer raken, verklaar, mijn zegel te hechten aan de Nederlandsche Confessie enz. en met name aan de Canones, die door de Dordtsche Synode over eenige in geschil gekomen artikelen uit de Heilige Schrift ontworpen en vastgesteld zijn." Met een waarlijk verpletterende overmacht van bewijs blijkt dus hier ook weer, door wat onjuiste voorstelling der Geschiedenis men van zekere zijde, onbewust en door onkunde, zich zelven en het publiek op het dwaalspoor helpt, zoodra de eere der Gereformeerden in het spel komt. Was nu zulk een voorstelling nog ingelaseht in oen polemiek of terloops geschreven stukje, we zouden het hebben laten loopen. Maar nu er met opzet een opstel aan wordt gewijd, en deze T. n. al de allures aanneemt van een «man van historiën" te zijn, nu diende toch even met de stukken er bij aangewezen, dat de redacteur van de Stemmen voor Waarheid en Vrede wel zal doen, met uiterst voorzichtig in de keuze zijner medewerkers te zijn, voorzoover deze zich een enkel maal wagen op het altijd gladde ijs der wetenschap. ;

;

welke twee stukken gelijk men ziet, bijna de geheele casus-positie juist In zóó was aangegeven als ze nu a posteriori ook bleek te zijn. 5o. Tegen dit protest nu verscheen een tegenbetoog in de Haarlemsc/ie Courant 14 Januari, waaronder een ieder met verbazing de handteekeniug van Dr, J. J. van Toorenenbergen las.

Er stond

in

:

Om

den indruk van het door mij beweerde bij de min kundigen onder uwe lezers niet te doen verloren gaan, moet ik van u eene kleine ruimte in uwe kolommen vergen voor de volgende opmerkingen naar aanleiding van het geschrevene door Dr. A. Kuyper in uw no. van den 6den dezer. Wat ZEd. heeft ingebracht tegen mijn beweren omtrent de onderteekeningsformule, in de Synode van 1G19 voor de tlieologische professoren vastgesteld, is óf niet ter zake doende, óf geheel onjuist. Dat de drie genoemde Leidsche professoren Ae Leerregels in de Synode en de drie Formulieren later hebben onderteekend, is door mij betwist noch betwijfeld. Het is de vraag, of zij medegewerkt hebben aan de vaststelling van het door hen ter zijde gelegde formulier van onderteekening, waarbij de verhouding van het academisch onderwijs tot de Symbolische Schriften bepaald werd. Dit zal Dr. K. niet

kunnen bewijzen, omdat het tegendeel zeker is. Wat voorts hun verzet tegen de onderteekening van dit formulier betreft; het raag niet worden afgeleid uit een gefingeerd antagonisme tegen de Synode bij de Staten van Holland en de curatoren der Hoogeschool. Door dat te doen heeft Dr. K. een anachronisme begaan, hetwelk hem waarschijnlijk reeds zal hebben berouwd. Immers waren de Staten van Holland na het veranderen van de wet in die provincie, hetwelk in 1618 had plaats gehad, niet meer dezelfden van vroeger, onder het ministerie Oldenbarncvelt. De «nieuwe Staten'' hadden terstond en onvoorwaardelijk in de Synode bewilligd. Alleen de stem van Gouda bleef den Remonstranten nog gunstig. Met de curatoren van 's Lands Hoogeschool was het evenzoo gesteld. Het collegie was na de veroordeeling der Remonstranten «Gereformeerd" geworden in dubbelen zin. De heeren va>i Mathcnes en van der Mijle hadden plaats gemaakt voor de heei-en van Wassenaar Pauw en van den Honaart. Hoe die «nieuwe

1)

In alle stukken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1879

Abraham Kuyper Collection | 116 Pagina's

De leidsche Professoren en de Executeurs der Dordtsche Nalatenschap - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1879

Abraham Kuyper Collection | 116 Pagina's