De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 15
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
15 spreekt
Mozes
niet
Joannes
nocli
Hij is liet die mij dan
tot
mij,
met
majesteit vertelt, hoe Hij dien gevallen
val verhaalt.
God
mensch weer
heil heeft beschikt. Ik hoor
wonderen
die mij
maar de Heere mijn God.
dingen wording en der menschen onzettenden
aller
stille
Hem zelven dan verhalen van de
wrocht ter verlossing en van het volk dat Hij uitver-
die Hij
koor, en, toen dat volk
Hem tergde,
hoe Hij dat volk toen sloeg in
zijn toorn,
En
weer terugbracht, al zoekende den Zoon zijner liefde.
en gelouterd
tusschen dat heilig geschiedverhaal in hoor ik den Heiligen Geest, in de
myn
voor
zingen
psalmodie,
worden; in de profetie
ziel ontsloten
diepten
mijner eigen
mij herzeggen wat Hij
Israëls zieners
zoo
bezielend,
weer
die God,
wijst; en
ook
waar de kribbe stond; het
op Golgotha zelf zien
voor
En
arme
mij,
dan
emdelijk,
is
Kruis verkondigen
laat,
Wensch,
het
hoe
liet,
om
diezelfde
in de
spoor mij van de
Zoon
den dood
doemeling,
stierf
omtrent
dit
gij
nu
een
meerdere wijsheid ontgroeid
aan
den
kinderachtig
nog,
is
de
Schriftuur
van
de
auteurs
moeten voor ons wegvallen. God profeteren,
in de
Schrift gesproken, dan
is
zelf
moet in haar
s
uw
mij
nu
De
verhalen,
zielsoor.
komt het
aan.
Op
radeloosheid
die
Heeft
tegenspraak ons uit; getuigt
alle
dan wijkt de laatste twijfel; zelfs het in nood of
om van Godswege
i
voorgaande eeuwen, en
Heeren Heeren en op haar alleen
des
daarom de
ongeoorloofd, eer een
dat
te besluiten.
waraan
geloof,
manen, troosten, jubelen voor ons
majesteit
niet
van
schat
gemeente des levenden Gods.
zingen,
van die Schrift
die mij als
ik kan het niet gebeteren. Zoo
eenmaal mijn Bijbel en zóó alleen was ze ze
kruis.
het
Apocalyps met een verrukkelijk Hosannah
schier is,
voetstap
zijner eenige liefde
den hemel der hemelen, de praelectuur van zoo heilig drama
Noemt
uitbrengt;
zijn
God de Heilige Geest
door Jezus' Apostelen
wat Hij
voorleest
uit
dan op het blad des Nieuwen Testaments
Tot
mij den Verwachte, der vaderen
zelf,
toont
plek
de
de
verkwikken door een vergezicht zoo
in de ziel fluisterde; en mij zelf de ziel
schoon.
dat
geestesoor,
zij,
opslaan
beslissing te vragen, dunkt mij volstrekt
lieflijk
gebruik. Zoo sta ik waar Augustinus
stond en waar Comrie in zijn voetstappen tredend uitriep
:
„als
ik de
Schrift lees luister ik naar wat God mij toespreekt, en als ik bid, luistert God naar wat ik stamel.'" Niet dat de gemeente daarom in dat Boek als „boek" iets zoekt. Een „vis s
u p er n at u r a 1 is
s
ac ra e
s c r
i
ptura
e
i
nh a e r e ns",^^)
gelijk de Luther-
sche faculteiten tegenover Rathmannleerden, en sommigen helaas ook onder ons weer drijven, is voor den Calvinist ondenkbaar. Met zijn heilig boek is het als
met het diepe water
ker op lijks te
uw
in den diamant. Zoolang die kostelijke steen in den don-
tafel ligt, is die prachtige
diamant van een waardeloos glas nauw-
onderscheiden. Eerst met de instraling van het licht
komt haar waardij.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
![De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 15](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-hedendaagsche-schriftcritiek-in-haar-bedenkelijke-strekking-voor-des-levenden-gods/1881/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's