De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 29
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
29
werden ingebracht?
voorstelling
Raakten deze gravamina, die aan óns wetenschappelijk besef, onzes ondanks, instemming afdwongen, dan ook uw wetenschappelijke conciëntie nooit? En indien wel, hoe rijmt ge dan
uw
schoone belijdenis met de bedenkingen waarop ge stuit?
Ook
hierover een woord
tigheid
woord
een
niet
M.
H., al
het naar den aard dezer plech-
is
in bijzonderheden afdalend,
maar
houdend
zich
aan beginsel en motief.
" En
dan begin ik met op den voorgrond
arbeid
door de
verloren
Eer ben
is.
radicaalste
een
vrucht
ooit
onbelangrijk,
bied
gedoogen, te
ooit
het
schitterend
het
ons
wien, en den
der
zoo
keurig
den
waarin
ineen
niet wiskunstig zeker vast te stellen,
weinig
beoog
zelfs
uitspattingen
en
Scripturae verbieden.
men
al verbiedt
en eer-
wordings-
waar de stukken van
midden
Schrift
dan toch
haar
geweven,
en de
,
beter
dan
auteur door
ontstaan
zoo
is,
al
gissing te ramen. Zoo
bij
onkieschheden
zoomin
humanum
corpus
het
bij
der
beginsel
in
van die studiën dat ik deze vivisectorische
physiologische
als
Maar
ik een stuiten
zijn
in welks
boek
zoover
Schrift
wijzen
te
kring
een
zijn,
Heilige
aan
Of hoe zou het
afwerpen.
zullen
kunnen
naden
de
gelukte
tijd
goede
doelloos
kleed
dusver
de reuzen-
i.
Schrift besteed volstrekt niet
van achteren bezien, onder Gods genadige
ten
ontstaan
bespieden,
het
m.
te stellen, dat
d^3
ik vast overtuigd dat ook de buitensporigheden der
Schrift-anatomen,
beschikking,
proces
onzer dagen aan
critici
het
bij
corpus
autoritair zou
in den kring der medische
willen
wetenschappen
zulk een vivisectie en physiologische schending van het eerbaarheidsgevoel niet
de wet,
bij
krachtens
humaan e'n
het
daarom de
is
beginsel
zelf
edeler medicus niet in zijn recht, die
wetenschap,
zijner
karakter dat haar, als den
homo
tegen deze schandelijke wreedheden,
onkieschheden
delijke
Of
er
is
schijning
dan
wetenschap
bestiaal
verlaagt?
onbetamelijk
als
van
ophoudt
zelfs
afzonderlijke zelf
niets
geworden,
En hebben
aan,
de
op
leveren, als
tot v/einig
geen
tegen
onheiligheden
komen
;
overmits
niet
door
in
weerwil,
hun
tegen
maar
bedrijf
de
het
hebbend, toekomt,
ongeoorloofd
protesteert.
de mensch in zijn lichamelijk ver-
te
zoo
stuitende
en
waardig
dan
naam van
in
i.
tegen deze niet minder schan-
eere
zich wij
dat
pus Scripturae, de
e'n
d.
tot object
zijn, hij,
om voorwerp
corpus vile
beter dan een
recht,
om
gevoelloosheid
ook der
bij
het cor-
vivisectoren als
der Schriftphysiologen
juist in
voor een
het dier mishandelend,
,
in verzet te
naam van onze wetenschap; én
het beginsel zelf der theologie geschonden
wordt, én omdat een bedelaarsdeken, gelijk
zij van de Schrifture maken, de moeite van het wetenschappelijk onderzoek niet meer loont. Zie de fijnste MtBrfiq loof ik op critisch terrein, maar gelijk onze
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
![De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 29](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-hedendaagsche-schriftcritiek-in-haar-bedenkelijke-strekking-voor-des-levenden-gods/1881/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's