De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 93

HOOFDST.

maar

koren,

ook

zijn

VERWERPINGE DER DWALINGEN.

I.

God

daarin, dat

mogelijke voorwaarden (onder welke

uit alle

de werken der Wet), of

75

geheele

die

uit

van

orde

alle

dingen

de onedele daad des geloofs en de onvolmaakte gehoorzaamheid deszelven eene voorwaarde der zaligheid heeft uitgekozen, welke Hij voor eene

tot

volkomene gehoorzaamheid genadiglijk zou hebben willen houden,

—

belooning des eeuwigen levens waardig achten".

Want met

dwaling wordt het welbehagen Gods en de verdienste

lijke

en der

deze schade-

van Christus

krachteloos gemaakt, en de mensehen door onnutte vragen van de waarheid der genadige rechtvaardigmaking en van de eenvoudigheid der Schrif-

deze spreuke des Apostels van onwaarheid beschul-

tuur afgetrokken, en digd

God

:

maar

heeft ons geroepen

naar

voornemen

zijn

met

vóór de tijden der eemven (2

roeping,

eene heilige

en genade^

Tim.

1

niet

ons gegeven

die

is

naar onze werken^ Christus Jezus^

in

9).

:

IV. Die leeren: „dat in de Verkiezing tot het geloof deze voorwaarde te

voren vereischt wordt, dat de mensch het licht der natuur recht gebruike,

vroom

nederig en ten eeuwigen

klein,

zij,

leven

aan die dingen de verkiezing eenigszins hinge."

van Pelagius,

het gevoelen

Wij hebben

schrijft:

hij

en

Want

alsof

gelijk

dit

smaakt naar

de leer des Apostels, daar

tegen

strijdt

geschikt,

—

verkeerd in de begeerlijkheden onzes vleescheSj

eertijds

doende den wil des vleesches en der gedachten^ en wij waren van nature kinderen des

toorns,

door

zijne

waren

de

misdaden,

9y

den

Hemel

den

uitnemenden

Christus

en

dat

(Efez.

rijkdom

Want

Jezus.

:

u:

heeft ons levendig

Jiet

zijner uit

is

genade

genade

:

is

uit

zalig

niet

uit

ivij

{uit

dood

genade

goedertierenheid

geworden

door

over ons in het geloof,

de werken, opdat niemand roeme

geschied

zij

dan

hij,

;

uit

het voorgezien geloof,

en

óf

ook eenen

maar dat de volkomene en beslissende verkie-

de voorgeziene

heiligheid

evangelische waardigheid, is

de

gij

heiligheid, godzaligheid, die óf eerst begonnen,

zing geschied

diger

barmhartigheid,

ook toen

„dat de onvolkomene en niet beslissende Verkiezing van

lang geduurd hebben

bekeering,

in

gemaakt met Christus

door

zijt

Gods gave;

bijzondere personen ter zaligheid

tijd

heeft,

3—9).

V. Die leeren

bekeering,

rijk is

Christus Jezus, opdat Hij zou betoonen in de toekomende eeuwen

in

niet uit

2

die

Hij ons liefgehad

geworden) en heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in

^yt

^^l^ff

maar God,

:

waarmede

liefde,

door

anderen

de

ook

gelijk

groote

om

volharding

eindelijke

Godzaligheid

;

en

welker wille

die niet verkoren wordt;

dat hij,

en

dit

is

in

het

geloof,

de genadige en

die verkoren wordt,

waar-

dat derhalve het geloof,

de gehoorzaamheid des geloofs, heiligheid, godzaligheid en volharding niet zijn

vruchten van de onveranderlijke

Verkiezinge ter heerlijkheid,

maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen