Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 110
VAN ON VOLKOMENE KËRKFORMATIEN.
84
Ten
mag
eerste dat ons ideaal nooit
kerk soms een korte poos gezien
En
Gods Woord. de
exceptie
hand werkt.
de
in
dat
ons
eenig
ontmoedigt,
steeds
moet genomen
uit
Gods
ideaal tot
zij
eisch
komt, en het stellen van maakt en Donatisme
onbillijk
Met betrekking
wettig
voor de kerke
maar
niet tot zijn eisch
regel
tot
ontleend aan wat in een enkele
ten andere, dat aldus het verschil van plaatsen,
gelegenheden
en
tijden
is,
tot het ideaal gelde derhalve,
hetgeen de Heilige Schriftuur ons stelt;
hetzij
rechtstreeks, hetzij
bij
ook
met inachtneming van de uitlegging des Heiligen Geestes in de historie. Dat voorts dit hooge ideaal, juist omdat het ideaal is, nooit ten volle op aarde, met eenige geduurzaamheid bereikt wordt. En eindelijk, dat met het oog hierop, dan pas van deformatie sprake kan zijn, indien de kerk waartoe men behoort van een hooger standpunt tot een lager afdaalde en inzonk. Wel blijft ook op een kerk, die nog nimmer een hooger standpunt innam, de verplichting rusten, om naar volkomener toestand te streven en is het geoorloofd ook dat streven naar een volkomener toestand als reformatie op te vatten; maar tot deformatie, d. i. verbastering, kwam het onder zulke omstandigheden niet. Om met beleid en helder doorzicht te werk te gaan, onderscheide men dus wel drieërlei, t. w.: ten eerste kerkformatièn die nog pas wettige
gevolgtrekking;
;
bezig die,
zijn
tot vaste gestalte te
nog volkomener vroeger
gestalte; en ten
zuiverder
gestalte
weer hebben op te heffen. gedeformeerden staat.
§
komen
;
ten
tweede
kerkformatiën
hoezeer tot vaste gestalte gekomen, toch hebben te streven naar
En
Van onvolkomene
36.
Kerken
die,
derde, kerkformatiën
ontzonken,
zich
die,
aaneen
alsnu uit die inzinking
alleen de laatstbedoelde verkeeren in
kerkformatiën.
zonder onder deformatie te
lijden,
nochtans de ware
kerkgestalte niet vertoonen, zelfs niet in den op zichzelf bereikbaren
vorm, verkeeren
van onvolkomenheid, en volledigheid eischt kerken hier ter sprake komen; althans voor zooveel de kerken onzer dagen aangaat. Onvolkomene kerken kunnen van vierderlei aard zijn, t. \v. zendingskerken, gelegenheidskerken, kruiskerken en doleerende kerken, en van elk dezer vier behoort afzonderlijk gehandeld te worden. Zendingskerken zijn niet wat men thans b. v. in Doetinchem en op den Vluchtheuvel alzoo noemt. Daar toch heeft men, in strijd met alle goede beginselen van kerkrecht, op plaatsen waar reeds een dus, dat
in staat
ook deze
onvolkomene
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 110](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1883/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's