Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 192

VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE BESTAANDE KERK.

l66

die

drift,

uittreding

tot

en

prijzenswaard

moet

brengen

kostelijk

is,

als

en waarvan de ééne even andere afkeuring verdient en de

kan,

gelaakt.

Nog

behoort het tot deze § afzonderlijk de bijzondere gevallen te die tot losmaking van den band tusschen onze kerk en

bespreken,

onzen persoon leiden kan. Vierderlei geval dient hier vermeld i^ Het geval, dat niet een gewoon :

Woords

des kerk

uit te

dat

In

zich

lid,

gedrongen gevoelt,

Dienaar

maar een

om

zijn

kerk

als valsche

werpen.

geval

vloeit

uit

die overtuiging een tweeërlei bijzondere

om de getrouwen te waarschuwen van den kansel en met zich te voeren en ten anderen de verplichting, om den dienst des Woords elders in een ware kerk van Christus te zoeken, of ook in de plaats zijner woning een nieuwe Begraven mag hij zijn kerkstichting tot openbaring te brengen. ongedeerd, ordening blijft ook al is de kerk, zijne niet, en talent des in een valsche synagoge Satans omgezet. ordende, die hem eens 2**. Het geval, dat niet een broeder, maar een zuster acht haar kerk, als zijnde een synagoge des Satans geworden, te moeten verlaten. Dan toch vloeit uit haar bijzondere positie als vrouw voort, dat ze niet handelend mag optreden, en zich bepalen moet tot het ver-

Verplichting

voort.

Vooreerst de verplichting,

;

manen

in het privaat,

en voorts voor zichzelve heeft

uit te treden.

Het geval, dat men van zijn kerkelijk lidmaatschap wordt ontzet. Het kon bijv. zijn, dat de synode der Hervormde kerk, nu of later, 30.

eindvonnis

bij

mij

afsneed en

mijn kerkelijk lidmaatschap mij ont-

zegde, dan zou hiermee intusschen

nog

volstrekt niet zijn uitgemaakt,

van Amsterdam, waarin ik leef en behoor, een synagoge des Satans was geworden. Omdat een orgaan van het kerkv e r b a n d mijn kerk, waarin ik leef, nog niet op de ware Dit punt wel te overwegen is van het uiterste dat

de

kerk

waartoe ik

als lid

mij uitwerpt, hield

kerk

te zijn.

gewicht.

Niets prikkelt toch lichter tot een onwaarachtig oordeel over den staat

onzer kerken, dan onze eigene uitwerping. In zulk een oogenblik kan zich haast niets anders inbeelden, of de kerk die mij uitwierp

men

moet een

synagoge des Satans zijn. En toch wordt ze een synagoge des Satans niet doordien ze ons, maar alleen doordien ze den Christus uitwerpt. "En hu is het wel waar, dat het verwerpen van een Dienaar des Heeren cn ook het uitwerpen van een uitverkorene een tiitwerping van den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen