Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 197
)
ONDERSCHEIDING ÏUSSCHEN DE WARE EN VALSCHE KERK.
IJl
lem een Sodom en Gomorrha te noemen .... Was dit in de dagen van Christus en zijn apostelen beter? Immers neen. En toch heeft zoomin de valsche vroomheid der Parizeen als de losbandigheid der Sadduceën, Christus en zi^ apostelen verhinderd om naar een zelfden tempel met hen op te gaan en een zelfde Sacrament met hen te gebruiken .... En zijt ge nog niet overtuigd, zie dan op David, die van Godswege met het handhaven der zedelijkheid belast was, door welke gruwelen heeft hij niet door rechtsverkrachting en bloedvergieting de misdaad van zijn schandelijke wellust bedekt En toch, was diezelfde David niet wedergeboren ? Wordt hij niet onder de wedergeborenen met eerbetuiging genoemd ? En desniettemin, wat zelfs onder Heidenen afschuw verwekte, hij, David, dorst het bedrijven !" i !
In gelijken zin heeft steeds onze geheele kerk geoordeeld; en overmits, zooverre
ons bekend
heden
dage voor
is,
ten
is,
niemand
die tot
meespreken bevoegd
Donatistisch gevoelen het woord opdit drijven van de subjectieve of persoonlijke merkdit
neemt, laten we teekenen der ware kerk hiermee glippen, om alsnu de aandachtvan den lezer bij de tweede of schriftuurlijke en objectieve richting te
kenmerken der ware kerk zoekt niet in den persoonder leden, maar in den staat der kerk zelve.
bepalen, die de lijken staat
Deze richting, die door al onze Hervormers, en evenzoo door alle Gereformeerde confessiën, en op wettige wijze door schier al onze goede godgeleerden verdedigd is, stelt den eisch dat er in de kerk van Christus zij:
zuiverheid van belijdenis en reinheid van wandel. blijft het hart dus onbeoordeeld men raakt niet aan den der personen. Zelfs komen die personen slechts in zooverre
Dusdoende
;
staat in
aanmerking,
als
het
werk der kerk
uit de verschijning en het openbaar wordt. De vraag is dus niet, of elk individueel lid zuiver van belijden is, maar of d e kerk de goede belijdenis uitspreekt, en of in haar wandel als kerk de eerbied voor Gods Woord openbaar is. Daar dit echter alleen uit kan komen in haar openlijke acten, en in haar openlijk optreden, brengt dit er van zelf toe om ten principaalste te onderzoeken, of de
optreden
king
van
deze
personen
werkelijk de Bediening van het
Woord
is,
of de
prediS.acramen-
teele handeling metterdaad voertuig van de Sacramenteele genade kan wezen, en of de kerk door oefening der tucht die prediking en dat Sacrament dekt. Toch laten reeds de meesten de tucht hierbij glippen,
niet alsof
oefening
I)
Calv.
der
tucht
Inst.
niet
tot het
Regl. Christ. L. IV.
wezen, maar c.
i,
§
in
dien zin dat ze
13, 14, j8. 19, 24.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 197](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1883/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's