Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 145

DAT ALLE GOEDE REFORMATIE GOD TOT AUTEUR HEEFT.

I

I9

de auteur van alle deugdelijke reformatie, is daarom het beginsel, dat door de trouwe zonen der kerk nimmer is verloochend. Vandaar hun bidden, vandaar hun wachten, vandaar hun gehoorzamen aan den Heere. Dit beginsel geldt van de reformatie in haar drie stadiën. Uit God is alleji^erwakkering der gemeente uit haar doodelijken slaap. Niet alsof alle réveil^s uit Hem en uit Hem alle revivals en opwekkingen waren. Helaas, wie betreurt het niet, dat zoo vaak

God,

naam siert. Neen, maar dit leven in de doodsbeenderen

menschelijk geknutsel zich met dien schoonen is

bedoeld, dat er nooit, dat er nergens

opwaakt;

dat nooit en nergens de

wasdom

heiligmaking, na

in

weer begon en dat nooit en nergens de drang om anderen voor den Heer te winnen een geopende deur vond, dan op die tijden en in die kerken, waarin het God den Heer beliefde, in weerwil van de zonde en het ongeloof en de trouweloosheid van zijn langen

stilstand,

;

En wel

volk, zich over dat afgekeerde volk te ontfermen.

te ontfer-

Spreek tot deze doodsbeenderen, óf ook zonder boetgezant overtuiging van zonde en ongeloof in de zielen wekte, en door den prikkel van dit schuldbesef uitdreef in gebeden. Het geldt hier den aiouden strijd tusschen de Gereformeerden en

men,

doordien Hij

óf een profeet zond, zeggende

:

de Arminianen, toegepast op de geestelijke verwakkering. Wie slaapt zal die opstaan, tenzij hij gewekt worde! Hoe zou er betering

hoe uit

een volk kunnen

komen

dat van dag tot dag geestelijk verergert.

onwedergeborene alleen door een daad Gods uit de duisternis kan uitgaan naar het licht, zoo ook kan een kerk die in duisternis terugzonk, alleen door een genadedaad Gods weer naar Gelijk

dus de

het licht opzien.

Dit weer begenadigen van zijn volk met het duizendwerf verbeurde en eindelijk schuilgegane licht is zijn goddelijk en onschendbaar privilegie.

Nooit genoeg kan dus 's Heeren volk vermaand om op te waken zijn slaap, de eerste liefde weer op te wekken, hare heilige werken vol voor God te maken en te verwakkcren in ijver voor de redding van anderer zielen, maar wee hem, die deze heerlijke opleving uit iets anders putten wil dan uit de Fontein aller goeden! Hij alleen vermeerdert het geloof, stort door zijn Heiligen Geest de warmer liefde in het hart uit, geeft in verzoeking de overwinning en bindt ons anderer heil op de ziel. Iets wat sterker uitkomt voor wie bedenkt, dat een geestelijke opwekking meerdere zielen te gelijk verwakkeren moet. Stel dus al, uit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen