Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 113
VAN DE DEFORMATIE
De poging om
bij
IN
DE LEDEN.
99
de beoordeeling van de leden der kerk het dus-
genaamde leven op den voorgrond te schuiven, moet dus met beslistheid afgewezen. Het blijve bij wat het alle eeuwen door was :
en wandel,
belijdenis
wandel en b
niet
e
1
d e n
ij
s.
i
Belijdenis
blijve voorop staan, omdat daarin het Christelijk kenmerk ligt, en de wandel eerst bij het schijnsel van dat licht kan worden beoordeeld. Deze verbastering nu op het stuk van belijdenis treedt bij de leden onder meer dan één vorm op. De, helaas, meest gewone vorm is die van onverschilligheid, indien menigeen de belijdenis nog wel zegt te beamen, maar ze ter nauwernood kent; er zich ook niet om bekreunt; niet voelt wat er tegen
ingaat; en zich niet meer warm maakt voor haar eer. De stuitende zonde van zoovele mannen en vrouwen, die bij aanneming en Doop en Avondmaal telkens verklaren de leer der kerk te zijn toegedaan, doch nimmer een vinger verroerden om te weten te komen wat toch die leer der kerk is. Een schijnbaar hieraan tegenovergestelde vorm is die der v e ru t w e n d g n g, d. i. de zonde, die de belijdenis losmaakt van i
i
i
het
Dan
hart.
men
heeft
het over de belijdenis zeer druk, ijvert er
voor met brandenden ijver onder- en doorzoekt ze maar beschouwt ze als een dorre afgetrokkenheid, die in het geheugen is te prenten, door redeneering moet staande gehouden, en in geijkte vormen wil nagesproken zijn. Feitelijk neemt deze zonde uit de belijdenis juist het bel ij den weg. Ge dacht een leeuw te hooren brullen, en gevindt van den koning der wouden niets dan het anatomisch skelet. De derde vorm waaronder de belijdenis der leden haar krankheid ;
;
toont, in
is
de
de verbreking van het evenwicht.
belijdenis
kerk evenals
der
in
Er
zijn
elk organisme onderscheidene
ledematen of deelen en stukken, die in het welgeordend geheel elk hun eigen plaats en bestemming hebben. Deze stukken zijn onderling niet gelijk, maar verschillen elk naar zijn eigen aard. Het eene is
oog,
het
het
hoofd,
nisch
inéén.
het andere oor, een derde stuk
kortom Eisch
de belijdenis
geheel
van
die
zit
belijdenis
is
is
het hart, een vierde
als
een lichaam harmo-
derhalve dat ze zie met
Maar haar oogen, op haar voeten ga, en het hoofd omhoog heffe. nu verbreekt de zonde telkens dezen rechten stand verplaatst den nadruk ontneemt gewicht aan wat klem hebben moet en legt klem men laat het oog hooren, op wat zulk gewicht niet kan dragen ;
;
;
wil
hart
dat
het
alleen
heden,
die
oor
zie,
verrichten
en
geeft
kan.
monstrueuze
aan
het
Daardoor
hoofd
ontstaan
onnatuurlijkheden,
die
de
functie die het
die
vele eenzijdig-
de
belijdenis
der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's