Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 57
WAAR HET GEZAG in
kerk
de
.vordt
IN
DE ZICHTBARE KERK BERUST.
uitgeoefend,
nooit
43
anders dan ambtelijk en be-
de uitoefenaar niets is en zijn koning alles. Het in de kerk uitgeoefend gezag is daarom tevens heilig, want het ontstaat nooit door overeenkomst noch uit met zonde vermengde
dienend
gezag,
mogendheid,
aardsche gestelde
Gods
waarbij
maar
vloeit
rechtstreeks voort uit dat apart
gebied van het koninkrijk der hemelen,
waarover de Zone
Middelaar den scepter voert. Dit ambtelijk bedienend gezag nu komt hier alleen ter sprake naar onze toestanden, onder het Nieuwe Verbond, zoodat niet in aanmerking als
komen noch de
vroegere privilegiën van Israëls stammen, noch het gezag door den priester of profeet in oude dagen, noch ook het gezag van Davids afstammelingen op den troon te Jeruzalem. David immers leeft niet na in onze koningen, maar David leeft voort in den Christus. En van dit buitengewone en voorloopige alzoo op de gewone en nu duurzame gestalte der kerk komende, moet dus gevraagd door welke menschelijke personen deze koning thans zijn gezag uitoefent. Een vraag waarop het antwoord tweeledig luidt, t. w. wezenlijk of essentieel door het ambt aller geloovigen, en wat de bewerktuiging aangaat, of organisch, door de aangestelde dienaren. Zonder den band aan Christus ook maar één oogenblik los te laten, dient dus vastgesteld, dat het gezag in de kerk bij de kerk zelve rust, maar voor hare uitoefening meestendeels gebonden is aan bepaalde :
organen.
Geestelijk
streng
monarchaal,
zijnde
een koninkrijk
onder het absolute koningschap van den Christus, is de kerk dus in het zichtbare beslist democratisch, maar voor haar bewerktuiging aan den aristocratischen vorm ge bonden. Niet intusschen, men wel op, alsof de vergadering der geloovigen de gezagsvan den Koning ontving, om nu op haar beurt dit gezag op de dienaren o ver te brengen. Nee n, èn de geloovigen èn de dienaren ontvangen beiden hun ambtelijke roeping rechtstreeks van den koning. Zoo liet ambt der geloovigen als het ambt der dienaren staat volmaakt op één lijn. De gemeente staat niet over de dienaren en de hier
lette
opdracht
dienaren staan niet over de gemeente, maar over beiden staat Christus, die beider onderlinge verhouding bepaalt, door beider gezag uitsluitend aan zijn Woord te binden. Waagt de gemeente het op de dienaren een pressie
om
uit
te
of er tegenin gaat, dan
oefenen, die buiten het is
Woord
van
God
het gezag van zulk een gemeente van
nul en geener waarde, en deert het den dienaar niet. En ev enzoo, onderwindt zich een dienaar, buiten het Woord om of er tegenin, gezag over de geloovigen uit te oefenen dan valt dit gezaCT^eheellijk n duigen, is geen gezag me er, maar werd pu re aanmatiging. En ,
i
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 57](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's