Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 204
VAN DE REFORMATIEN DIE TOT STAND KWAMEN.
190
en huiselijke wetten, door ieder er op wordt gewezen, dat we ver-
keerd
zouden doen, met geheel deze reeks van wetten (al staan ze in letterlijken zin nog voor ons verbindend te verklaren; en men er op aandringt, dat bij alle deze wetten tusschen hun leidende gedachte en speciale uitwerking, en evenzoo tusschen hun zedelijke en ceremonieele strekking zal onderscheiden worden i), zoo ook eischt heilig beleid, dat men bij deze reformatiën der Heilige Schrift zich wel afvrage: welke bestanddeelen van deze reformatiën saamhingen met Israëls eigenaardigen toestand als openbaringsvolk, en welke andere bestanddeelen een al g e m e e n karakter droegen^ om voorts alleen dit laatste voor ons zelven als regel van ge-
ook
in
de Heilige Schrift)voor
—
draging te kiezen.
Op
elementen
vier
in
deze reformatiën der Heilige Schrift dient
met name gewezen.
hier
lo. Tijdens de bijzondere openbaring nog voortduurde, ontvingen sommige mannen Gods een rechtstreeksche mededeeling, aanwijzing
oproeping
en
uit
den hemel,
en oproeping thans aan
in
een zin waarin zulk een aanwijzing
niemand
meer ten deel
valt.
den Israëlietischen volksstaat was de wetgeving van rechtstreeks goddelijken oorsprong, zoodat overtreding der wet, zelfs in het kleine, als zonde in absoluten zin gold, terwijl thans de kerkelijke reglementen hun oorsprong aan menschelijk inzicht danken en dus In
2".
dat
absoluut In
3*>.
Israël
karakter missen.
was de koning
niet
een bloot burgerlijk, maar even-
zeer een kerkelijk persoon, die als drager van het Messiaansche beeld
even goed als de priester of profeet, een ambt in de kerk bezat. Ook dit is nu weggevallen, overmits Jezus nu zelf Koning in zijn kerk is. die men uit het optreden' van David en Savan Josia, Johaz en Hiskia voor onze Overheid wil afleiden, gaat dus mank. En 4. In Israël kon men het bloed der afgodische ketters, gelijk Elia deed, bij stroomen vergieten en ook tegen de dwaalleeraars de doodstraf aanwenden, zoo dikwijls God de Heere, gelijk aan Elia en Mozes, hiertoe rechtstreekschcn last gaf. Het theocratisch karakter
Alle gevolgtrekking,
lomo,
der
wetten
digde
ze
maakte deze absolute
tevens.
Nu
straffen
noodwendig en rechtvaar-
daarentegen, nu én deze rechtstreeksche wet-
geving, én deze rechtstreeksche last beiden ontbreken, zou navolging
van
Elia's
rechtigheid I)
handelwijs
tegen de Baaispriesters een gruwel der onge-
zijn.
Cf. Junius, de observ.itione legis mosaicae,
in.
ed. .\mst. 1882, p.
336—392.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's