Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 199
iSj
DE REFORMATIE EN DE OVERHEID.
noch onze vaderen, noch onze Oranjevorsten in deze zondigden, maar veeleer dat ze met aldus breuke indenbestaanden toestand te brengen, zich van den plicht der gehoorzaamheid aan God kweten, dan is het openbaar: dat breuke met den bestaanden toestand, op zichzelf en zondermeer, nog geen zonde, veeleer vormers,
zelfs
plichtsbetrachting
Waar hangt dan David
Had
al
zijn
kan.
nu van af?
hiervan,
Uitsluitend
toestand
dit
of
niet geschiedt
zulk
uit
een
breuke
met den bestaanden
gehoorzaamheid aan God.
Samuels openbaring gehad, zoo had hij tegen Saul niet krachtens de gemeenschap met den Vader gehandeld, zoo ware Hem geen gezagsuitoefening in den tempel toegekomen. Hadden de Apostelen niet geweten dat ze uit gehoorzaamheid aan Gods Woord handelden, zoo hadden ze het Sanhedrin niet mogen weerstaan. En zoo ook hadden onze Hervormers en vrije Geuzen niet geweten, dat hun inbreuk op Rome's en Spanje's wettelijk geordend gezag voorsproot uit drang om God meer dan menschen te gehoorzamen, zoo zou hun breuke hun tot gruwelijke schuld geweest zijn. De legitimist zegt dit dan ook, en in Engeland zoowel als in Duitschland gaan er reeds stemmen op, om zoo de Reformatie als onzen Opstand te veroordeelen. En daartoe, merkt het vvel op, zullen onze legitimisten ten slotte ook moeten komen. Ons veroordeelende om wat ze noemen revolutionair bedrijf, zullen ze gelijk oordeel ook over onze Hervormers en onze vaderen moeten vellen. Of wel, deinzen ze, wat God geve, hiervoor terug, dan zullen ze ook hun ondoordacht en voorbarig oordeel ten onzen laste moeten herzien, en moeten zeggen: Revolutionair is niemand om het feit op. zichzelf, dat hij breekt met den bestaanden toestand maar revolutionair zal hij dan eerst wezen, indien hij die breuke waagt uit andere beweegrede nen, dan om God meer dan m e n s c h e n te gehoorzamen. niet
niet
mogen optrekken. Hadde Jezus
;
§
62.
Van
De vraag
de reformatie en de overheid.
ook opgeworpen en van gewicht, of aan de Overheid in het werk van de reformatie der kerken toekomt en wel met name, of de Overheid al dan niet geroepen, gerechtigd en gehouden is, „om te weren e n u t t e r o e i e n
alsdan
niet
is
aandeel
;
i
alle afgoderij en valschen
godsdiens t."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's