Uit het Woord / Dat de genade particulier is - pagina 289

277

Eu

indien

stond, ja natuurlijk, dan stond

dat

er

voor ons de zaak hachelijk.

Maar

zie,

in dat citaat zijn niet minder dan twee

verschrijvingen voor één. Ursinus toch schreef: •dat

1.

niet

Christus »de zonden" van het gansche menschelijk

geslacht gedragen

tegen;

en

2.

niet

had dat

maar wel

,

hij

Gods er

toorn

de7i

den toorn Gods tegen de

ZOUDEN van het gansche menschelijk geslacht gedragen

had

,

maar wel tegen de zoude. weten we wel dat Datheen zelfs de fout beZOUDE in zouden te veranderen maar Datheeu

En nu ging om was

alles

,

behalve een scherp ouderscheider, en zóó uit

den echten Duitschen tekst, taling in ÜRsiNi opera omnia^ •alle

verdenking

vast

ZOUDE heeft bedoeld

dat

als uit

L

de Latijusche ver-

167a, staat thans boven

Ursinus niet

zouden, maar

1).

Reeds hiermee valt dus eigenlijk het beroep op deze uitdrukking.

Maar om aan alle tegenspraak een einde te maken, we toch nog én uit den Catechismus én uit

willen

Ursinus' verdere schriften kortelijk aautoonen die

dit

Catechismus woord anders uitleggen

schappelijk

te

werk gaan en in

strijd

,

,

dat

zij

ouweten-

met de waar-

heid getuigen.

Wat uu dit

den Catechismus zelven aangaat, zoo

blijkt

aanstonds uit het eigen antwoord op de 37e vraag.

Waartoe 'Christus

toch zegt Ursinus in antwoord 37 dat den toorn Gods tegen de zonde van het gan,

,

sche menschelijk geslacht gedragen heeft?

1) «Adversus peccaTUJi universi geucris

humani."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen