Ijzer en leem - pagina 14

12

van

tweeërlei

en

leven,

Adam, maar een andere Vast heeft

ding,

die

hiermee

dus

staat

lijke

naast

God

dat

ingedreven

Eva niet een duplicaat van Adam, hem ter hulpe, op.

dies treedt in sooi"t

sclieidingen

van

afdruksel

als

,

in

het

al

ereatuur-

absolute

die

schei-

Hij in stand houdt tusschen het creatuur en Zich.

genoeg gezegd. Immers Hij die scheidingen

niet

is

Maar stelde,

heeft ook verbindingen verordend. Creatuur staat niet naast creatuur

verband

buiten

moet er verband

Veeleer

aanraking.

of

echter dat ook dit verband niet willekeurig

zij

zijn;

en er buiten

zoo

God om

kome, maar eeniglijk naar en krachtens Gods ordinantie. Hij die de grenzen insneed, weefde ook den band die het gescheidene hechten

Het zou

zou.

stond

had,

palen:

aan

een

kan kleven en dat

„(lil

het

hoog gebod

zijn

Aan God

ander

en

hechten,

Man

maar IJzer en Leem hecht

niet.

moet

dit

niel,

vreetnd blijven aan elkaar".

moet

dat

en

Vrouw

Dit

is

einde

maar uw gebod

gezien,

heid

zeer

is

om

te be-

saamhoorend

als niet

zullen elkaar aanhangen, zijn inzetting,

„In alle ding hel) ik een

wijd".

Op

harmonieën.

goddelijke

der

éu in zijn

gescheiden

saamhoorend het

als

Gods recht,

wet, waarvan de psalmdichter looft:

zijn

zijn,

die alle creatuur

niet aan het gescheidene creatuur,

en

het,

van

uitdruksel

al

deeling én in zijn hechting.

Sion,

Hier de

ligt de heerlijk-

volmaaktheid der

schoonheden, waar in profetische symboliek die scheidingen en har-

monieën hersteld

zijn,

verschijnt

Maar zoo

blijft

Er

daarboven

was en

aardsche;

nog

een

een

srhisma

—

tegen God uitgebroken,

andere

heel

die hoogere wereld

in

getrokken,

scheur

God blinkende!

het niet.

wereld

dan

deze

was een hreuke geslagen, een een principiëele revoliUie

bewerkt,

en door die gewelddadige storing der van

God

gestelde grenzen en harmoniën was er een macht ontstaan, die

God

niet

geschapen had,

En

zonde.

w. de schriklijke, ontzettende nmcht der

t.

de booze bezieler dier zonde

is

toen ingebroken in Gods

paradijs en heeft een breuke geslagen in het

een had.

breuke

juist

,Gij, creatuur,

vermenging van tusschen hart

doordien

van

trokken

zidt

God

en

God en mensch

hij

als

hart van den mensch,

vermengen wou wat God gescheiden

God

wezen'"!

was de

leuze dervalsche

mensch, waardoor die schriklijke breuke tot stand

kwam. En toen

is

van uit het

den mensch die scheur, die breuke, die revolutie doorgetot

al

het

geschapene,

en

is

op aarde deze diepe zonde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen