Ijzer en leem - pagina 8

!

ga eerst

psalmtoon

den

in

heffen uit

onzer

Psalm 65 de verzen

bede op, en laat ons aan-

aller

vier en vijf:

o Onze God! o vast vertrouwen van 't allerverste land, Op vi'ien al 's aardrijks einden bouwen, en 't wijdst gelegen strand Gij, die de hemelhooge bergen doet pal staan door uw kracht,

Zoodat

vloed en stormen tergen;

zij

Gij

zijt

omgord met macht.

Gebruis der zee doet Gij bedaren, daar Gij haar golven stilt; Rumoer der volken, als der baren, betoouit Gij, waar Gij wilt. Die de einden dezer aard' bewonen, aanschouwen dag aan dag, De teeknen, die uw almagt toonen, met vreez' en diep onfzag. 't 't

M. H. Ik begin met u

te

wijzen op een droeve episode die in

de Haagsche kerkelijke wereld, niet

maar

nu,

bijna

drie

eeuwen

geleden, in 1617, voorviel.

Ook

dagen toch leefde er in deze hofstad

die

in

mannen en vrouwen,

kleine kring van

verheid

te dienen, evenals wij, prijs stelden ^op

gereformeerde het der

lichaam der Haagsche kerk, voor voor

de

van

belijders

de gezuiverde,

d.

invloed

de

wat het

algemeene

cijfer

i.

in

aangaat, on-

verzoening,

toentertijd

Uit dien hoofde droeg de toenmalige kerke-

raad hun dan ook geen

om hun

een niet zoo

den Heere in zui-

Maar, hoe aanzienlijk ook, toch deden ze

religie.

Arminianen geheeten.

aan,

om God

die,

bijster

zooveel

goed hart doenlijk te

toe,

en

stuiten.

lei

het

op

er

Niemand min-

der dan der Arminianen voorman, de u allen bekende Uytenbogaert,

En

voerde de toenmalige Irenischen tegen de Gereformeerden aan. allicht zou het gelukt zijn,

ze niet

meer

toentertijd in

blaflfeu

hen metterdaad zóó

te

muilbanden, dat

konden, indien het God niet beliefd had, hun

Rosaeus een

en

beginselvast

zenden, die het onvermengbare van

doortastend

leeraar

grond de Avondmaalgemeenschap aan de Arminianen opzei kostte den trouwen getuige des

door dat verder

')

hij

ging

geschorst wierd.

Rosaeus

en

Wel waren

de leer vaster stonden, terrein liepen dezen

Heeren

zijn

ambt.

w. Ds.

^).

Barnevelt

Dit dreef

Maar toen de machtige Staatsman nog ,Nn kunt ge geen zeggende

bespotte,

:

er ook van te voren nog twee predikanten in tien t.

te

en op dien

en leem inzag,

ijzer

Lamotius

en

Ds.

Bei'iiard.

met Uytenbogaert, en kwamen daardoor

schen en tegenover de Gereformeerden te staan.

Maar op

Haag,

die in

kerkrechtelijk

ten slotte naast de Ireni-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen