Ijzer en leem - pagina 16

14

Cherub het scheidend zwaai'd deed

toen de

het Kaïnitisch kroost is

uitbreking

schriklijke

zondvloed

breuke

zijn

afbreekt; niet

flikkeren.

van het bederf;

over

God de Heere

tot

wereld

de

heel

slaat;

doorgroeien, noch uitzieken laat,

stil

Toch vermengt

weer met de kinderen Gods, en resultaat

zicli

in den

alle continuteit

maar

iets

nieuws

maakt; en de scheiding tusschen Noach en het toen levend geslacht schisma, door heel het mensche-

vreeslijk doortrekt, een scheur, een

geslacht

lijk

zielen

!

schen

En Sem

den

in

en voort gaat die scheiding; in Noachs gezin tus-

vooi't

en Cham;

Babels torenbouw over

bij

door Abrahams

geslacht

hams eigen

van God weet hoeveel duizend

stervensangst

Sems

alle volken; in

uitbreking uit zijns vaders huis; in Abra-

door de breuke tusschen Lot en hem, tusschen

familie

Izaak en Ismaël, tusschen Ezau en Jacob; tot lange dagen na Jacobs

dood

geslacht

zijn

Maar ook ze

Egypte nogmaals dreigt

in

vermengen.

te

Heere en scheidt ze af en rukt

stuit de

breuke, en zet ze

door

uit

zich

vermenging

die

Kanaiin.

in

En nu

eerst

wordt de

scheiding, scheiding óók door breuke, eerst recht levensbeginsel, door-

God de Heere

dien

mengt u

uw

van

met

niet

ze

volk

eigen

nu inbrengt

want

maak (Ex.

20

Imsclien hel

lieilige

maak

44

en

:

23),

aan

Israël

één

akker,

en tot

wordt

met het

en

ingeprent.

ga

de

malen toe

22:26; 42: mocht geen

Zelfs

heilige vermengen. Ja, tweeërlei zaad

draad aan

zelfs tweeërlei

zou in Israël den Heere een

Ezechiël

Ver-

die scheidiny

— gelijk tot zeven

onheiU(je''\

,

den boezem

scheiding

Ik de Heere hen hel

26:33;Lev. 10:10; 11:47; 20:15;

Levitisch onreine zich

op

en

gebod:

roeit ze uit, en in

en

toch

splits

valsche vermenging tekeer,

in dit ontzaglijk

maar

die volken,

gruwel

één

zelfde

kleed,

zijn!

Hoe dan ook door menschehjk zaad

het

ijzer

en het leem altoos

weer kleven wilde, het zou toch niet hechten, en Pinehas en Gideon, Jesses'

zoon

en Elia ze scheuren telkens weer het valsch gehechte

kleed vanéén. Jesaia roept op „tot de

Wet

en het Getuigenis"

alle

vermenging omkomen

zou.

Ezra

wat

zich

ziel,

die

door

uit de volkeren

had.

Als

der landen toch weer

met het

drijft

uit

heilig zaad

Jeruzalem op Golgotha de breuke aan Jezus

God de breuke

in Jeruzalem;

vermengd

slaat, slaat

scheurt het voorhangsel in den tempel;

en laat letterlijk geen steen van der vaderen stad op den ander. als straks

insluipt,

En

ook in de kerk des Nieuwen Verbonds de valsche vermenging heet

het:

„Zoo iemand ons woord niet ontvangt, teekent

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen