Bedoeld noch gezegd. - pagina 49

4S toch heeft reeds Groen zelf het uitgesproken, dat ook

afwijken,

van soms eigen paden volstrekt niet euvel afnam.

het begaan

mij

Maar,

er

zij

weg dan

Onzen

Prinsterer ons

Zou

ook critiek

En

illustre

verheffend op onze wijze van strijdvoe-

?

voorbeelden

bovendien,

!

immers

elkander

beiden in

wij

trouw,

de

we

waarmee

volstandigheid waardeerend,

geestdrift en de

waar Groen van

Sausaye, ik

la

we

kozen

voorgegaan.

ren kunnen inwerken

Zulke

waar De

toch, Gij

is

de hoofdlijn

in bijzaken, in

niet veredelend,

dit

hij

over

de

en

weer, voor de ons zoo dierbare namen opkomen.

Maar toch

ik vraag

meer nog.

naam van De

Ik vraag van U, dat noch de die van

la Saussaye,

Groen van Prinsterer, maar de ons beiden

Naam van onzen Heere

Jezus Christus voortaan

gemeenschappelijke

alles

bij

uit

hart en pen banne, wat noch edel noch vroom zou

het

touw brak, en we gleden saam

Als

we morgen zouden

moesten,

om

de armen

ons debat

zijn.

op den Tschingel-gletscher saam wandelden, en

we

niet

elkanders

in

een

waar we sterven

ijskloof,

gebede één voor God en

den

in

saam

Heeren

onzes

bloed

noch

verzoend

in het

en deswege, met

weten,

ons

den dood der bevriezing

borst gestrengeld,

tegengaan ? -Maar dan neme ook niemand de Christelijke eere uit ons midden

weg,

en

kant,

waar

er

zij

Ons

een einde aan de harde woorden.

ik ze ooit gebezigd heb,

geschil gaat zeer

maar

uit

en de

dan

komen. Laat

klacht

uio

De

het in

ligt

de Imma-

Transcendentie Gods.

Beide worden door ons beiden erkend. Door

Maar

zijde.

diep.

Zal ik het in één woord resumeeren, nentie

Uit van mijnen

ook van uwe

mijne^ dat Gij

ons

U zoowel

als

door mij.

dat ik de Immanentie niet tot haar recht doe

is,

te

kort doet aan de Transcendentie Gods.

in dien strijd, juist door nobel

pal

te

staan voor ons

beginsel, elkaar dan steunen, mijn Broeder!

Als ik gevaar loop te

te

juridisch,

te

dogmatisch,

te

acuut-handelend

worden, wees Gij mij dan ten zegen, en houd mij terug!

En waar Immanentie

tot

Gij m.

i.

van uwe

zijde

U

in

gevaar begeeft van de

over de grens van het Theïsme heen te schuiven, laat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen