Het dreigend conflict. - pagina 10
8 doel gerichte Hiërarchie, die reeds terstond de begeerige hand hiernaar uitstrekte. Tengevolge waarvan de Kerk alhier bij vrije stemming in den jare1869 uitsprak: dat zij alsnu krachtens de haar toegekomen bevoegdheid, het Beheer niet (noch zijdelings noch rechtstreeks) onder de Synode wilde hebben, maar den Kerkeraad machtigde om het beheer over haar kerkelijk goed op den bestaanden voet te blijven voeren. Iets waardoor wel niet in de regeling zelve, maar dan toch in den grondslag dier regeling déze wijziging wierd aangebracht: Dat de Kerkeraad die tot dusverre het kerkelijk goed nog altoos slechts door toelating van de Landsoverheid beheerd had, thans ditzelfde beheer op zich nam, als uitsluitend daartoe gemachtigd en gelast door de plaatselijke Kerk. Van veel verder slrekkenden invloed echter zou de tweede maatdie reeds in 1867 breking in den bestaanden toestand regel blijken, bracht, t. w. de invoering van een Kiescollege. Zoodra toch zulk een Kiescollege was ingevoerd, bleek het op ondubbelzinnige wijze, dat de meerderheid der stemgerechtigden nog altoos den wil en den moed bezat, om in de aloude Kerke Christi dezer plaatse weer voor de belijdenis der Christelijke Religie op te komen. Gevolg waarvan was, dat de loochenaars en afvalligen te allengs uit den Kerkeraad verdwenen, en achtereenvolgens een breede rij van Dienaren des Woords, van Ouderlingen en Diakenen beroepen en benoemd wierd, die, zij het ook al met velerlei schakeering, toch in het protest tegen het ongeloof en den afval van den Christus, slechts één broederlijk welluidenden klank hooren deden. En hiermede zou dan ook een betere toestand voor de Kerk van •
Amsterdam zijn aangebroken, indien ze tegelijkertijd had kunnen verlost worden van den druk der Hoogere Kerkbesturen, om, na verlossing uit dit Diensthuis der Synodale Hiërarchie, weer op de wij/e onzer vaderen met de overige Gereformeerde Kerken dezer landen, in broederlijk contact en organisch
Maar,
helaas,
dit
was
verband niet alzoo,
te
leven.
en de hoop van velen, dat
men
binnenkort door beter personeel de Hoogere Kerkbesturen om zou zetten, wierd maar al te droef beschaamd. Want wel verkreeg men in enkele Classes, en zefs in enkele Provinciale Besturen, een kleine meerderheid, maar na een worsteling van straks twintig jaren, vorderde men op dien gewenschten weg nog zóó weinig, dat in 1885 nog een Synode saamkwam, waarin op de 22 leden, die zitting hadden, slechts 5, zegge vijf, in beginsel aan de zijde der geloovigen stonden. Dit was oorzaak dat men allengs in steeds gewrongere positie geraakte.
Immers de geloovige broederen, den
die één
waren zoolang
ze
buiten
Kerkeraad tegen den afval protesteerden, bleken al spoedig niet voldoende saam opgevoed en gerijpt tot eenparigheid van inzicht, zoodra het aankwam op kerkelijk handelen. Ware men nu vrij geweest, clan zouden deze verschillen naar Christelijke ordening en naar uitwijzen van Gods heilig Woord hebben kunnen beslecht worden. Maar nu de Synodale Hiërarchie hieraan hinderlijk in den weg stond, wierd uit deze verschillen een onverkwikkelijke strijd onder broederen geboren,.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's