Het conflict gekomen - pagina 57
I. Complot en Reolutie; II Ons vrij beheer bedreig en beveiligd; III De Vredelievenden in de Besturen
15
ONBEVOEGD. alzoo niet alleen aan de Commissie haar
en
„rechtsgeldig standpunt"
maar ook aan den Kerkeraad uitdrukkelijk het recht toeom het bestaande Reglement later in zulk een zin, als hij
verzekerd,
gekend,
noodig zon achten
wijzigen.
te
Gebruik makende van 12 April 1875
dit recht heeft
door alsnu te bepalen
„dat
de Kerkeraad dan ook op
slotbepaling eene wijziging aangebracht,
in deze
a.
o.
zich voorbehoudt in het tegenwoordige
hij
Reglement zoodanige veranderingen en bijvoegselen
na de goedkeuring der Commissie hierop verkregen terwijl deze de vrijheid heeft,
achten, in
als hij,
hebben, zal noodig
voordrachten tot Wetswijziging
dienen.*'
te
Tot
dusver
Kerkeraad voor
vrijwillig
aan
dat
goedkeuring
deze
haar
en
aan de
de
En
goedkeuring.
tegelijk wierd,
nieuwe zinsnede eenstemmigheid tusschen
uitbleef,
„Wetsveranderingen, waarover ^ee/i
Kerkeraad
moeten
de Oommissie slechts gehoord, thans bond de
wierd
zich
geval
het
bepaald:
den
maken,
te
te
bij
Commissie verkregen kan worden, van stemgerechtigden worden onderworpen.''
Kerkelijke
beslissing
Sinds bleef het hierbij.
De
Commissie maakte dus op 24 November jl. slechts gebruik van een haar uitdrukkelijk toegekend recht, toen ze eene „voordracht Wetswijziging"
tot
den
bij
Kerkeraad indiende.
geheel binnen de perken zijner bevoegdheid, toen
aan
deze
„voordracht"
stemmigheid verkregen
tusschen
zijn
zegel hechtte.
den
Kerkeraad
was, ontbrak
en
En de
De Kerkeraad
hij
bleef
op 14 December
1.1.
overmits er alzoo een-
Commissie
Kerkelijke
voor
een „beslissing van stemgerechtigden," blijkens de zoo even aangehaalde wetsbepaling, alle oorzaak. J.
Vier rechtsgeleerden, de heeren wijlen Mr. G. van Nierop, Mr. A. W. Heineken en Prof. Mr. B. J. L. Baron de Geer van
Hovy, Mr.
Jutphaas, verklaarden dan ook op 6/18 Januari 1873, ten genoegen van
den
Kerkeraad
het
Beheer over
zijdelingschen
bevoegd
eenig
„Acht
dit:
de
de'
kerkelijke
Algemeene goederen. ...
Kerkeraad te
invloed der hoogere kerkelijke Besturen,
mits
wetgever,
de
het
noodig
onttrekken aan den hij
kan,
als
bepalingen van bovengemeld artikel
(dat over de wetswijziging) basis
stellen,
als
hij
in acht nemende, het Beheer op zoodanige voor de onafnankelijkheid van het Beheer wen-
schelijk acht."
Er kan dus geen sprake van had
behooren
maar,
op raad
op
te
juist
roepen.
van
zijn
In
dat de Kerkeraad de Gemeente 1875 vormde hij hier het plan toe,
zijn,
rechtsgeleerden bijstand,
eer bedenkelijk dan noodzakelijk, varen.
liet
hij
het,
als
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's