Het dreigend conflict. - pagina 56
:
54
om
gunden,
den
Kerkeraad
te
hooren,
maar eenzijdig afgingen op de
voorstelling, die door de klagers van de zaak gegeven werd. noch ter eerste noch ter tweede instantie geschieden kon,
Wat
geschiede
daarom
thans,
en het
lezing van de zaak in geschil
te
zij
ook den Kerkeraad vergund,
zijne
geven.
in de Kerk van Amsterdam eene regeling, volgens gezamenlijke regeerende ouderlingen is opgedragen, de wijken der gemeente op zulk een wijze onderling' te verdeelen, dat voor elke wijk twee ouderlingen door den Kerkeraad kunnen gecommitteerd worden. Deze beide ouderlingen vormen dan met den predikant der wijk de dusgenaamde Wijkcommissie, en zijn tevens aangewezen, om bij aanneming van leerlingen den predikant bij te staan. Ingevolge deze regeling nu waren aan de predikanten, over de bemoeilijking van wier leerlingen klachte viel, toegevoegd de H.H. M. Eichelberg, A. N. Glazener, W. Hovy, A. Kleeman, Dr. A. Kuyper en Dr. F. L. Rutgers. Toen nu in de lente dezes jaars het voornemen deze predikanten opkwam, om eenige hunner leerlingen tot het bij afleggen van belijdenis toe te laten, heeft slechts één hunner de beide ouderlingen van zijn wijk tot assistentie uitgenoodigd; terwijl de anderen zich hiervan onthielden, en niet eenmaal van hun voornemen om tot aanneming te willen overgaan, aan de wijkcommissie kennis gaven. Waarschijnlijk onthielden zij zich hiervan, overmits reeds vroeger door enkelen dezer ouderlingen aan deze predikanten verklaard was, dat zij in de Kerk van Christus niet ambtelijk in verbinding mochten treden met mannen, die van hunne loochening van den Christus allerminst een geheim maakten. Maar uit wat hoofde ook nagelaten, het en blijft, dat twee van deze drie predikanten van het geval feit is in quaestie aan de beide ouderlingen van hun wijk niet officieel kennis gaven, veelmin er medewerking voor vroegen, en dat derhalve een weigering ad hoc niet kon plaats hebben. Toch heeft de Kerkeraad aan dit gebrek in den vorm niet willen hechten, en toen kort daarop in zijne vergadering van 19 Februari j.1., een verzoekschrift inkwam van eenige ouders en voogden, gesteund door adressen van onderscheidene gemeenteleden, om zich over de beweerde weigering van deze ouderlingen te beklagen, heeft de raad derKerke te dezer stede, het feit der weigering onderstellende, in onomwonden taal aan de klagers medegedeeld 1 ), om wat reden hij zijn Ouderlingen niet kon noch mocht noch wilde dwingen tot het verleenen van eene assistentie, die naar hun pertinente verklaring met
Er
welke
bestaat
aan
de
Gods Woord streed
2 ).
Hiermee evenwel was de zaak
niet ten
einde.
J Voor de missive van den Kerkeraad aan de Ouders en die aan de Jongelieden, ) b eide in de Memorie opgenomen, verwijzen wij naar pag. 27 en 29. -) Hierbij zij nog opgemerkt, dat vroeger de Ouderlingen hier ter stede zich wel terdege van deze hunne taak kweten, maar dat dit niet langer zonder smadinge van 'sHeeren naam geschieden kon en het ambt tot een belaching zou hebben gemaakt, nadat gebleken was, dat op hun protest door niemand gelet wierd, en, mits ze maar assisteerden, de aanneming altoos doorging.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's