Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 49

.

15.

§

EN

.r.KUAAI)"'

47

,i?1{(»i-;iikukking".

1>E

brengen ')V En, bijaldien Dr. (t. .1. Vu.s Az. en ander»' leden van het (JlasBestuur liiervun onkundio- mocliten geweest zijn, had men dan toch niet mogen verwac hten, dat de lieer Ds. N. H. de (iraaf hini zijne voorlichhij die destijds met Dr. Kiiyper ^n de ra]iporting niet had onthouden teerende Commissie zitting had ~), en thans lid is van het Bestuur dat sicaa)

,

de Classicale Memorie opmaakte

§

?

„BeraatV en dr

ló.

f^Bvoederkrinf/"',

Ernstige bedenking oppert de Classicale Memorie tegen het feit, dat én in 1872 én in 1882 een krans of kring of club van geestverwanten in den Kerkeraad is opgericht, om zich, eer men in den Kerkeraad bebesluiten of stemmen ging onderling over de te volgen geraadslagen dragslijn te verstaan. Zelts wordt het optreden van zulk een club, eerst in 1872 onder den naam van „Beraad", en daarna in 1882 onder den naam van „Broederkring"', in de Classicale Memorie gequalificeerd als „vergrijp aan de allereerste beginselen der belijdenis en het recht onzer Kerk aan de rechten en plichten van de herders en leeraars, en het maken van het gebed tot een bespotting'' (blz. 10); en voorts als een verlagen „van de discussie tot een vorm" en van den Kerkeraad tot een „inac/iine." Eigenlijk koude Cotitra- Memorie hetgeen hier van „Beraad"" gezegd wordt, laten rusten. Het is toch geen geheim, dat Dr. Kuyper deze club in het leven riep en haar tot Maart 1874 praesideerde. Het Classicaal Bestuur wist dit. Zijn voorzitter, Dr. Cramer, kende de statuten van „Beraad'" en zag er de werking van. En indien mi desniettemin, gelijk we zagen, het Classicaal Bestuur van Amsterdam op IG Maart 1874 Dr. Kuyper het meest eervolle getuigenis uitreikte, dan is het immers onbestaanbaar ,

,

,

Kerkbestuur schonk aan Dr, Kuyper een op 3 Maart 1874, De Kerkeraad verleende acte van //getrouwe ambtsvervuiling en owergerlijken wandel''. En de heer Ds. Adriani reikte deze acte uit: ^)

Ook

Provinciaal

het

„eervol emeritaat"

L.

S.

De ondergeteekende

B. J. Adriani, lid van het Classikaal Bestuur van Amsterdam en gecommitteerd tot het ontslag van den WelEerw Z.Gel. Heer A. Kuyper, theol. Dr. en Herder en Leeraar te Amsterdam thans emeritus verklaard zijnde, ontslaat hem bij dezen op eene vereerende wijze van zijne betrekking tot de Classe van Amsterdam, met den wensch, dat hij in den nieuwen werkkring, waarin God hem geplaatst heeft, met lust en kracht werkzaam moge zijn en velen ten zegen. Amsterdam, den 16*^1' Maart 18 7t. De Gecommitteerde van het Class. Bestuur van Amsterdam, (w. g.) B. J. Adriani, ,

,

,

~) Wel was uilslediglieid ourzaak dat de heer De Craaf wiel tol de definitieve vaststelling van het rapport kon meewerken (zie slot van het rapport op bl, 3); maar de beginselen van hel plan stemde liij destijds geheel toe. ;2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen