Uit de diepte - pagina 530

!

524 wordens toe van zijn God afgeweken en zouden de ware bondelingen daar niet over treuren, daar niet met elkander over spreken? Het is zeker niet bij spreken gebleven, mijne hoorders! Ons dunkt, die kinderen des Heeren hebben hun volk gewaarschuwd zij hebben niet alleen gebeden om opening der oogen en afwending der oordeelen ze hebben ook als Ezra gedaan wat hunne hand vond om de vervallen hut van Zion op te richten. Temidden van de afkondiging des gerichts zich vastklemmende in het geloof aan den God des verbonds, spreken zij met elkander en steunen meteen den profeet Maleachi in zijn zwaren arbeid. En zie, daar merkt de Heere op en Hij hoort ernaar en Hij schrijft het in zijn gedenkboek, dat voor zijn aangezicht baar

;

;

,

,

voor allen, die Hem vreezen. Als des Heeren kinderen met elkander spreken en zijne eer daarin bedoelen; als zij zijne deugden vertellen, zijne daden roemen, zijne oordeelen billijken, zijne genade inroepen, gezamenlijk zich verootmoedigen zijne wysheid erkennen in alle ding, ook in de oordeelen en de gerichten, als zij samen zgne wacht waarnemen, in het zwart gaan om hunne zonde en de zonde huns volks, zichzelf aanklagen en veroordeelen, den Heere recht toekennen, zijn wil en zijne majesteit eerbiedigen en tot roem zyner gedachtenis spreken, dan neigt de Heere zijn oor en hoort. Naar de klaagliederen van Jeremia hoort Hij evenzeer als naar den lofzang van eene Hanna; naar den boetpsalm van David evenzeer, als naar de roemtaal van een Habakuk. Hij merkt zoowel op de belijdenis van een Daniël en Ezra, op de klacht van een Heman, als op de lofverheffing van een Salomo en het dankzeggend lied van een Mozes. Hoe ryk is het Woord van God niet in betuigingen, dat de Heere zijne kinderen hoort en nauwkeurig let op al wat zij spreken en verrichten Het wordt hier nog met eene versterking uitgedrukt er is een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven. Het schrijven in een gedenkboek herinnert ons aan de geschiedenis in het boek van Esther. Het was de gewoonte der Perzen, de namen van hen, die den koning bijzonder hadden gediend, met de vermelding van hunne daden in een gedenkboek te schrijven. Zoo stond ook Mordechai's naam en daad in het gedenkboek van koning Ahasveros. In het Woord des Heeren vinden wij meermalen, dat de Koning der koningen de namen en de woorden en de daden, ja ook de tranen en klachten van zijne onderdanen, van zijne strijders, in een gedenkboek heeft.

is

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen