Uit de diepte - pagina 173
,
167
En zoo dan evenals een, die een gebroken vat uit de hand werpt en met zijn vriend trekt naar de bron, om daar lafenis en overvloed te vinden; of als een, die de nachtpit heeft uitgeblazen, omdat het morgenlicht door de vensters drong, en hij het volle daglicht gaat genieten of als een die zegenend de hand van zijne geliefden van zich afwendt, om het hart te zegenen in den naam van den Koning des levens, zoo staat daar, naar de bedoeling des apostels, dat het evangelie Godes is louter naar de werking zijner kracht. Weg met alle gebroken bakken, die geen water houden (Jer. 2 13) in den Heere 10). alleen is de bron van genade, van licht en sterkte (Ps. 36 Bluscht uit uw lamp, die in duisternis walmt; in de voetstappen des Heeren is de weg, waar het licht woont (Job 38 19). Laat af van het schepsel, ook van de liefste en de getrouwste onder de raenschenkinderen want de Heere alleen gebiedt zijn zegen, en het leven tot in de eeuwigheid (Ps. 133 3). Hoe hooger de berg rijst, des te dieper teekent hy zich in den spiegel des waters. Maar ook hoe dieper water, des te heerlijker zon. Alleen door Gods genade worden de diepten van eigen ellende hoe lang zoo dieper. Maar in die diepte schijnt het licht zijner liefde het heerlijkst. Gods genade overvloedig over de goddeloozen, en die hij rechtvaardigt om niet. Dat ,
;
,
;
:
:
:
;
:
is
het evangelie; zalig, indien wij het gelooven Voorts nog, geliefden!" God is machtig alle genade over!
s>
opdat te doen zijn in u genoegzaamheid hebbende, tot
vloedig alle
;
gij
in
alle
alles te allen tijde
goed werk overvloe-
dig moogt zijn. Gelijk er geschreven is: »Hij heeft gestrooid, zijne gerechtigheid blijft in der Hij heeft den armen gegeven eeuwigheid". (2 Cor. 9 8 en 9). En ook dit nog: »De God nu der hope vervulle u met alle blydschap en vrede in het geloove, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hope door ;
:
de kracht des Heiligen Geestes". (Rom. 15
'k
Heb lang den Heer En Hij heeft zich Ik riep, door
Hij gaf
in
:
nood op nood bedreigd;
den kuil verzonken,
Mij heeft Hij hulp
Gevoerd Mij
uit
geschonken.
modd'rig
slijk;
op een rots gezet.
Daar
ik,
Amen.
mijnen druk verwacht
tot mij geneigd;
gehoor aan mijne jammerklacht.
Mij, in
13)
met vasten
tred,
Die jammerkolk ontwijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's