Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 413

:

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. Sprak vau

"t

moest

men

verwierp

van een genootschap, houden,

men

vóór

men. men moest met de grondslagen vereenigd

dan moest men buiten

ze,

er intreedt

doch men moet,

;

van

die

de broeders, toen

Kerk nog

nog

zij

is

moesten

Besturen,

den jongsten

geen Kerk meer.

niet doleerden,

over dat punt toegestaan worden, gelijk

onze

de reglementen

met Gods Woord,

er in zijnde, dit

in

zijn

punt niet over.

strijd

de veronderstelling uitgaat, dat hare verordeningen in

met het Woord Gods,

strijd zijn

Men moet

blijven.

als overeenkomstig, of als strijdig

disputabel stellen. Zoo dacht er onze

Eene Kerk,

aangenomen of verworpen

dat de nieuwe organisatie of

zelf,

Kwam

worden.

395

die reden

kon aan discussie

dit eischende

van

dien eisch in

hun midden ook

Doch

gelijk te begrijpen

Hoedemaker verlangde

toegestaan hebben. Dr.

Maar

wilden,

zij

krachtens

het

zij

Om

maar procedeerden, geeue

zulks.

Daarmede hebben de

leiders

van het Congres de handelwijze van onze Besturen gerechtvaardigd,

zijn zij

werd

was,

verlangen niet ingewilligd

zijn

getreden in hunne voetstappen, en hebben

^).

op hun eigen terrein hun recht

zij

en hun karakter gehandhaafd, maar tevens hunne eigene handelwijze tegenover onze Besturen veroordeeld.

Wat

op dat Congres besloten werd, leeren

o.

a.

de volgende stukkeu.

INSTRUCTIE VOOR MODERATOREN. Art.

Moderatoren

I.

Hun

Art. 2.

Hiërarchie af die

met

voorbereidend werk,

al het

om

de in hun

te

classis

te

zweren, en in Kerken waar de Kerkeraad

Reformatie

de

tot

zijn belast

doen deputeeren naar het Synodaal Convent. taak is^ om in de verschillende Kerken de Kerkeraden

gelegene Kerken,

genegen

te verzamelen, en te

zijn,

te

dit niet doet,

bewegen, de de geloovigen

doen deputeeren naar het

Classicaal Convent. Art.

De

3.

„De (of

verzameling der geloovigen in de onderscheidene kerken geschiedt onder

gemaakte hoofd, aldus luidende

het publiek

:

ondergeteekenden, allen meerderjarige leden van de Nederduitsche Gereformeerde

Kerk

Herv.)

te

.

.

.

(gedeeltelijk wel, gedeeltelijk

maal toegelaten) betuigen met deze onderteekening 10.

dat

in

zij

nog

Avond-

niet tot tiet Heilige

:

hunne schuld voor God liggen, naardien

zij

reeds zoo lange jaren

lief-

deloos en werkeloos de breuke van de Kerke huns Heeren hebben aangezien 20. dat de geheele synodale organisatie, die, evenals de Pauselijke Kerkregeering, ;

eene

wezenlijke

Hiërarchie

is,

het eeren van de Majesteit van

Koning Jezus aan

zijn

Kerken onmogelijk maakt 3o. dat

pen

zij,

na de schrikkelijke wijze waarop de Synodale Hiërarchie de gehoorzame belijders des Heeren is gaan woeden,

tegen

jaar

hunne Kerk onder deze Hiërarchie mogen en 40. dat

den

op l)

uit

dien hoofde bereid

zijn,

om

grondslag dierzelfde Belijdenis, waarop

Vgl.

sterdam

zij

blijven

J.

Zijne brochure

A.

Wormser,

op en verdwijning

uit

:

Waarom

ik

in het afgelooniet langer

met

;

de Kerk des Heeren zij

in

hun woonplaats

sedert de afwerping der Pauselijke

geen deel neem aan het Kerkelijk Congres^

Am-

1887, en daarop gevolgde bespreking van zijne verschijning

het Congres in

Heraut en Standaard,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen