De twaalf patriarchen - pagina 11

|i|ilii>lil>lif>|.|.iiiii>lti i

(

I i I

I

I

I

I

I

a

I

I

iiiiiiitiiiiii>iiiiiiiiiiiii>iiiiifi.iiiii>iiiii>iii<i

I

DE PATRIARCH RUBEN.

gaan

om

staan

Deborahs

de

en

3

Baraks, zoo het kon, te

vermorzelen.

was Ruben

verrader

Een

daartoe sprak het broederbloed te sterk.

Xeen,

o,

niet.

Maar weet ge wat Ruben wel deed? Ruben verre staan;

Ruben zou

dit eens aanzien;

bleef van

zou een»afwach-

ten hoe het liep; en zou wel meedoen en er wel bijkomen,

maar.

.

.

dan moest

.

voorbij zijn.

Och,

En

eerst de slag geslagen en het gevaar

dan, ja, dan zou

Ruben had

het

te

Ruben gewisselijk meedoen.

druk met

veel

met de vrijmaking van Gods Kerk

had

vele stallingen.

Daar kon

hij

zijn zaken,

in te laten,

van weg.

niet

het vee zijn goede verzorging hebben gemist, o,

geen

tijd

om

zich

Ruben

Dan zou

Ruben had

te luisteren

naar het veldlied van Gods trouwe

moest

naar de blatingen zijner kudden

//Ruben

kinderen.

om

hoor en./'

En

toen,

lees

het

Richteren 5: 16

in

daarom de zaak Ruben wel

Ruben was „Die van

uit

//de

maar, toen

niet onverschillig.

onderzoekingen

zijns

Alleen maar,

harten

Ruben^', zoo staat er, //hadden vele

liet

''

nog

niet.

onderzoekingen

des harten./'

Vroom

zelfs

was Ruben

Ruben

dus.

I

lil

i'ii.ii tl

zal die onderzoekiu-

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen