Gereformerde kerkelijk congress :het juk der tweede hierarchie, drie referaten, op den 11 den Januari 1887 in "Frascati" voorgedragen - pagina 25

21

Te betreuren voorzeker zien in

het, dat de Regeeriiig niet heeft inge-

is

hoezeer al deze maatregelen met het wezen der Kerk van Christus

,

strijd

zijde,

Maar

zijn.

want

geenszins

ligt

de schuld enkel aan hare

hier

geen Gouvernement hebben durven

die maatregelen zoude

indien niet toen reeds de publieke opinie geheel losgescheurd

nemen,

ware geweest van onze

Christelijke traditie

,

en de Kerken of afvallig

gedommeld waren geweest. Zoolang de Gereformeerde Kerken, als Kerken onder

geworden of

in een diepen

ondervinden

moesten,

wat

slaap

't

het in deze wereld zeggen wil den

Kruis,

Heer e

Jezus Christus, ook tegenover de aardsche machten, als Koning te

kennen, gevoelden en

de

kracht

dien Heer te

mogen

belijdenis

om

bescherming nam, ontsnapten ook

zijne bijzondere

van

gevaar

Reeds dezer

daarin gelegen is; beseften

die

zij

ook

dat,

dienen, het niet te zwaar valt zich zelven te

Maar zoodra de Magistraat haar tegenover hare tegenstanders

geven. in

'er-

de noodzakelijkheid van eene gemeenschappelijke

zij

van

door

bescherming

leende

Doch het geloof

de

te

zij

niet aan het

worden doodgedrukt.

der Reformatie af stelden de machthebbers

pogingen

allerlei

beschermers

liooge

aanvang

den

wereld

hare

in het

werk,

om

aan de door hen ver-

voorwaarde van overheersching

der gemeente was nog te krachtig

om

te verbinden.

dat te dulden.

Moedigen en volhardenden tegenstand boden de Gereformeerde Kerken tegen

indringen

het

moesten

zij,

getrouw

te

haar

in

midden

even als 50 jaren vroeger,

kunnen

zijn,

somtijds

van

om

valsche

leeraars,

en

in strijd

komen met

de bestaande

Koningschap van onzen eenigen Heer en Heiland woog

orde, het

al

aan den Heer der gemeente

bij

haar zwaarder dan eene Kerkenordening, waarvan de burgerlijke Overheid misbruik maakte

om

hare macht te stellen in de plaats van het

gezag der Kerk.

te

Het behaagde den Heere de volhardende toewijding Zijner Kerken De Generale Synode van Dordrecht van 1618/19 mocht

bekroonen.

de ware beginselen der Kerk weer reeds

gedurende

pogingen lijk

te

,

om

hare

op den voorgrond

liet

de

stellen.

Doch

Overheid niet af van hare

de Kerken in meerdere of mindere mate van haar af hanke-

maken. Overal in

zittingen

en onophoudelijk werden die pogingen herhaald,

beginsel geene

en, al

liet

macht

toe, anders

was de

hing het in die tijden

af,

Kerk

praktijk.

die

overheersching der wereldlijke

Van

het goedvinden der Overheid

of de kerkelijke en geestelyke goederen en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen