Uit de diepte - pagina 467

'

461 zal

zich

geschaamd hebben, dien !" schamen

zal

ook de Zoon des menschen

Spreekt het belijden van Christus vanzelf? Waarom kwam dan Nicodemus des nachts tot Hem? Waarom zijn dan, als verdrukking of vervolging komt, de geloovigen zoo aarzelend? Waarom hebben zij dan zoo weinig licht omtrent hunne roeping, en zoovele verontschuldigingen. Waarom kunnen er zeven duizend zijn, die voor Baal den knie niet bogen zonder dat toch iemand iets van hun bestaan bemerkt? Waarom kunnen de onderdanen van Immanuel in vele tijden, in vele kringen zoo verborgen zyn ? Waarom kunnen zelfs mannen in Christus zoover gaan, dat zij het zwijgen aanprijzen, en anderen leeren: nChristus moet zelf voor zijne eere opkomen; dat mogen wij niet doen!" Waarom? Omdat de Satan zeer begeerd heeft, des Heeren volk te ziften als de tarwe, o! Indien Immanuel niet voor hen gebeden had, hun geloof zou spoedig ophouden. Zij zouden Hem kennen, en toch doen, als kenden zij Hem niet. Ja, zij zouden er eindelijk met Petrus alles aan geven en zweren, dat zij Hem niet kennen. Waar is dikwijls het volk, dat voor Immanuel als den ,

Zaligmaker, Christus,

den Heer e uitkomt? Waar van den Christus bij de moeder, in zijne Kerk. Zoo die Kerk in den stal moet vertoeven zoo Immanuel in de kribbe, in de doeken woont? Waar is dikwijls het belijden van den Christus in de wereld, alom? Ja, als Hij onder de palmtakken en de hosanna's doorrijdt, is er een groote menigte, die meêjubelt; maar als Hij op Gabbatha is

dikwijls het belijden

,

staat, is er

niemand,

die

Hem

als

Koning

kiest.

Zoolang het niets kost, zeker, dan zwijgen zij, die Hem kennen, niet. Maar het kost telkens wat. En daarom zwijgen zij hier en daar; en zoo het er op aankomt, zwijgen zij a 1 o m. Zij worden van de leer, dat ieder maar voor zich moet weten, wat hij in Jezus wil zien, en dat zij zich daarom slechts met zichzelven of met gelijkgezinden te bemoeien hebben. Zij kennen geen andere waardigheid van Christus, dan die Hij in het verborgene heeft voor het harte, dat gemeenschap met Hem oefent. Hij wordt een boezemvriend, zoet voor de binnenkamer van waarde, wanneer de ziele eens voor Hem knielt. Maar de glorie van Immanuel, die den naam boven alle namen heeft, ronddragen door de wereld, ze achten het, misschien heel vromelijk heiligschennis. Jezus is te goed om in werkplaats en maatschappij in wetenschap en school in de regeering der Kerk zelfs, eenig gezag te begeeren, en zouden zij dan op de binnenplaats ;

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen