GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 189

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 189

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

183 Als voor

God door zyn

Hem

en

zijne

Heiligen Geest ons schuldig doet zien wet, denken wij niet aan belooning of

maar roepen

uit: » Mijne rekening bij het: » Tegen den Heere heb ik zwaarlijk gezondigd; tegen Hem, die mij steeds heeft gezegend, ben ik een overtreder! Wee mij; dat ik zoo gezondigd heb!" En wanneer gij nu tot zulkeen zegt: »Gij zult wel in den straf,

hemel

of hel; vereffend!"

God moet

Dan

is

zoo godsdienstig geweest", dan zal hij mijn godsdienst was ik een vijand van God in mijn hart." En zoo gij vervolgens spreekt: » Het is tevergeefs God te dienen; gij verdient er toch niets mede; zie, de goddeloozen zijn voorspoedig;" zal hij zeggen: »Het is mij niet om eene belooning in aardsche voordeelen te doen, die ik toch gansch onwaardig ben; want ik heb des Heeren eer aangetast; Hij deed recht en ik onrecht; zijn recht moet door mij worden gebillijkt!" En dan is er een roepen om genade en schrijft men den dood op alle eigen dienen, eigen waken, eigen vasten en bidden!

hemel komen, gij antwoorden: »Met

zijt

al

In den droom zag eens een kerkvader een engel, die in de eene hand een fakkel, in de andere een emmer water hield. In zijn droom vroeg hij aan den engel wat dit beteekenen moest. En het antwoord was: »Ik wenschte de hel te blusschen en den hemel in brand te steken opdat de menschen mochten leeren God te dienen, al was er geen hel tot straf en geen hemel tot belooning, wijl God het waardig is gediend en !" gevreesd en geprezen te worden En nu mijne hoorders waar is het u om te doen ? Gaat u de godsdienst alleen nog maar aan om redenen die voor God niet kunnen bestaan omdat ge uzelven zoekt en loon naar verdienste? Hoor dan het woord der Heilige ,

,

,

,

,

,

Schrift

:

uwe gerechtigheid niet overvloediger zij, d. i. geen anderen grond heeft, dan die der Farizeën en Schriftgeleerden, gij kunt het koninkrijk Gods niet ingaan." Gaat het u om den naam en de eer des Heeren ook in uw dienen van den Heere; belijdt ge voor Hem: »Door uwe genade bemin ik uwe wet; mijn treuren en vasten is om mijner zonden wil", zie, dan zijn de heerlijke woorden des Heilands voor u: » Zalig zijn, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig zyn die treuren, want zij zullen vertroost worden." Amen. »

Indien

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's