Uit de diepte - pagina 476

;:

470

»Uw leven zal tegenover u hangen, en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zyn." (Deut. 28 66). »Wie ben ik, en wat is myn leven?'' (1 Sam. 18 18). » Mijne dagen zyn lichter geweest dan eene weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting. Gedenk, dat mijn leven een wind is; myn oog zal niet wederkomen om het goede te zien." (Job 7:6 en 7) »Men is des levens niet zeker." (Job 24 22)

Mozes spreekt en

gij

tot het volk:

zult nacht

:

:

:

Want

waarlijk, »er is

maar

eene schrede tusschen mij en tusschen den dood" (1 Sam. 20 3). » De dagen des menschen zijn als het gras, gelyk eene bloem des velds, alzoo bloeit hij als de wind daarover gegaan is, zoo is zij niet (meer), en hare plaats kent haar niet meer." (Ps. 103 15 en 16) »Zie, Gij hebt mijne dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor u." (Ps. 39 6) »Onze dagen op aarde zijn als eene schaduw." (1 Kron. 29 15) ï>En wij vliegen daarheen." (Ps. 90 10) En dan, bij die korte som van het vluchtig leven, nog al de verdrietelijkheid en moeite te tellen; waarlyk, wij hebben wel een «rekenmeester" noodig, die het ons voordoe; anders vatten wij het niet, en wij leeren die » rekenkunst" nooit. Want de jaren van eens menschen leven zijn weinig; maar het verdriet, de moeiten en ellenden zijn vele. Het is er wel mee gelijk een oud vader (Nilus) gezegd heeft: »Het zwakke lichaam is het veld, waarin wij tobben; de teleurstellingen des levens zijn als de Jebusieten voor het volk, die gedurig onrust komen brengen, de wereld is een kwade moeder; en allerlei kwellingen zijn als de bittere wateren, waarby wij beproefd worden. Zelfs de vermakelijkheden en de vreugde der wereld zyn als de afvallende roos; wanneer de bloem er af blijft er niets over dan de stekende doorn. Wat al veris, moeienis en tobberij en afmatting! Bios (leven) en bia (moeite) verschillen niet veel in klank, maar in beteekenis dikwerf nog minder. En als wij alles te berde brengen bij het tellen en wegen en meten van de dagen des levens, en wij maken de som op, dan kunnen wij wel met Jakob zeggen: » Weinig en kwaad zijn de dagen der jaren myns levens geweest," (Genes. 47 VS. 9) en met een Mozes de harp opnemen en zingen als

:

:

:

:

:

:

Helaas! het best van onze beste dagen Baart dikwijls smart, geeft dikwijls stof tot klagen, Daar zorg, verdriet en jammerlijke plagen Steeds, beurt om beurt, de matte ziel doorknagen. Ps.

90

:

6a.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen