Uit de diepte - pagina 698

692

hemel gevarene aan zyne uitverkorenen, gelijk de ontydig geborene op Damascus' weg zijn Heiland zag en zoo dikwerf zijne vertroostingen genoot, ja in den derden hemel opgetrokken werd. De wereld wil niet gelooven, maar weten, op grond van het menschelijk verstand de kinderen Gods willen niet weten, zij willen gelooven, maar alleen op de ontwijfelbare getuigenissen Gods. Niet aan een vijandig Sanhedrin,, maar aan de verlangende discipelen, ook zelfs aan een Thomas verschijnt de Heere. Voor Herodes doet Hij geen teeken en voor de spotters komt Hi.j niet af van het kruis, maar voor het: »Heere, ontferm u mijner!" van blinden en melaatschen heeft Hij een reddingswoord, en voor den discipel, die klaagt: «Meester, wij vergaan!" een open oor, ook al kunnen ruischende golven en krakende wanden en loeiende stormen den ;

slaap niet verstoren. »Wees niet ongeloovig, maar geloovig." Hoe dikwerf heeft men zonder recht met dat woord zichzelven een geloof opgedrongen, en anderen vermaand en bedreigd, opdat men maar aannemen zou, dat men een hemel had in het verschiet, hoorders misleidt uzelven niet. Geen geloof zonder o, Myne wedergeboorte des harten geen geloof dan dat rust op de getuigenissen Gods; want alle plant, die de hemelsche Vader niet geplant heeft, zal worden uitgeroeid en velen zul!

;

len

meenen

in te

werken

gaan en niet kunnen.

Een

geloof,

waaraan

dood, en een eigengemaakt geloof met eigengerechtigheid daarnevens zal beschaamd doen uitkomen. Een levend geloof is uit God, uit Hem, die aan zich het recht heeft voorbehouden het leven te geven aan wie Hij wil. Een Elihu wist, dat de adem des Almachtigen hem had levend gemaakt. »Ik heb het zelf uit zijnen mond gehoord," zoo zingen wij met Israels psalmdichter. Der vrouwe in Simons huis was het niet genoeg, dat de Heere hare vrijspraak tot den Farizeër had gericht, zij hield zijne voeten vast, totdat het woord tot haarzelve was gericht; en gij, bedroefden naar God, treurenden over uwe zonden, vergeeft uzelven niet, hebt aan menschen vrij spraak niet genoeg; wij hebben niet te doen met een Baal, bij wien antwoord noch opmerking is, maar met een levenden God, die hoort naar het gebed, die let op het zuchten der zielen. Hij alleen is de machtige, om het ongeloof van het natuurlijk hart te overwinnen in plaats van asch, sieraad tegeven, en het gewaad des lofs voor een benauwden geest. Beroepe zich niemand tegenover dit woord op de andere geliefden des Heeren, die geloofden zonder te hebben gezien ;

de

ontbreken,

is

;

want genis,

ook

zij

zelfs

hebben het niet aangenomen op menschengetuiDe twee mannen in blin-

niet op engelenwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen