GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 568

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 568

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

:,

562

evenmin toestemmen tenzij God de Heilige Geest zelf ons oog daarvoor ontsluite. Eerst moeten wij komen tot dien doop van Johannes, belijdende onze zonden, om door hem heengewezen te worden naar het Lam Gods, dat alleen daarom de zonde kan wegnemen, opdat Hij ons omdat Hij die zelf op zich genomen heeft, doope met den Heiligen Geest. Dan eerst zal daar eene verbrijzeling des harten bij ons gezien worden, omdat onze zonden waardoor wij den ons als een zware last zullen drukken toorn Gods op ons geladen hebben; en wij zullen het erkennen: j>Gij zijt rechtvaardig, Heere! want ik heb uwe eer, uwe heilige wet geschonden;" en met den profeet belijden: >Onze misdaden voeren ons henen weg als een wind;" dan zullen wij als boetelingen leeren pleiten aan den troon der genade. Maar dan ook komt de belofte Gods tot ons: »Ik woon bij ,

,

die eens verbrijzelden en nederigen geestes is, zegt do Heere, opdat Ik levend make den geest der nederigen, opdat Ik levend make den geest der verbrijzelden, en Ik zal ze genezen." Jesaja 57 15. En toch, hoe menigeen blijft er ook dan nog van verre staan tegenover die beloften Gods als waren ze niet tot hem gericht; kon hy het slechts gelooven, dat ook hij behoorde die in dat verbond der genade begrepen waren tot degenen dat zulk een zondaar, zoo groot en snood, zoo onmachtig en zoolang onwillig, genade vinden zou in zijne oogen. Wel staan die beloften daar vóór hem, en ze zijn hem boven alles dierbaar; maar hij kan er niet bij, de put is diep en hij heeft niet om mede te putten; en de zucht rijst telkens uit zijn boezem: sOch Heere! vul Gijzelf den emmer des geloofs en geef mij een teug van die levende wateren." Dat is nog een andere onmacht dan die menigmaal tot een dekmantel dienen moet; eene onmacht, die vrij wat dieper ligt; de onmacht van niet te kunnen gelooven, wat men zoo gaarne zou willen gelooven. En toch is daar goede hope voor zulkimmers de Vader zelf is onder en door dat alles bezig een of vanwaar anders dat die ziel naar Jezus heen te trekken verlangen, dat niet rusten kan, vooi'dat het bevrediging gevonden heeft ? Voor den zoodanige wordt dit woord van Jezus » Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke," tot eene belofte; en wel deze: » Omdat de Vader Hem tot u gezonden heeft, en uw hart naar Hem

dien,

:

,

,

,

,

,

;

;

heentrekt, o.

Die

daarom zult gij komen." weg des levens ligt zou nauw en

levendgemaakte ziel; wel is het een de eenvoudige niet kan dwalen, maar

teer voor een

veilige weg,

waarop

zelfs

hijzelf ziet het niet altijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 568

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's