Uit de diepte - pagina 533

527 ook voor de oogen van hen, die den godsdienst alleen het voordeel najaagden, dat zij, die op aard 's Heeren wacht waarnamen en in het zwart gingen voor Gods aangezicht om zyns naams wil, zijn eigendom voor tijd en eeuwigheid waren. Dan komt het toppunt van het gericht over alle goddeloozen. De gerichten en oordeelen op aarde waren slechts voorloopers van dat éene ontzaglijk en beslissend gericht van den laatsten dag. In dat gericht nu zal de Heere allen, die in zijn gedenkboek staan en zijn naam gedachten, verschoonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont, die hem dient. Een vader zal zijn zoon, die hem als vader acht, liefheeft en gehoorzaamt, met dubbele vadei'lijke teederheid beschermen in dagen, dat nood en ongeval den zoon der liefde treffen kunnen; de vader zal alles aanwenden om te verschoonen, te bevrijden, wat hem lief en dierbaar is. Meer dan een aardsch vader is hier. Waar toch aan dezen dikwijls de macht ontbreekt ter bevrijding, ontbreekt aan den Heere God die macht nimmer. En als Jesaja's profetie van dien God meldt: » Gelijk een, dien zijne moeder troost, zal Ik u troosten," en psalm 103 zegt: » Gelijk een vader zich ontfermt over zyne kinderen, ontfermt zich de Heere over die Hem vreezen," getuigt Maleachi's profetie met het oog op het groote gericht des Heeren: »Dan zal de Heere al de zijnen verschoonen, bevrijden van het oordeel der straf, gelijk als een man zijn zoon verschoont, die hem dient." De uitdrukking verschoonen wordt hier gesteld tegenover het straffen der goddeloozen; niet tegenover kastijding of uitwendigen kommer. Want ziet, Gods kinderen hebben op aarde veel kastijding; een iegelijken zoon, dien Hij liefheeft, kasZy hebben veel beproeving en lijden, hiervan wortijdt Hij. den zy niet verschoond maar de straf der goddeloozen, de straf, die voor eeuwig over hen komt, kan de kinderen Gods niet treffen. En om nu zyne kinderen van die straf der goddeloozen te verschoonen, zooals een vader zijn zoon verschoont, die hem dient, moet de Zoon des Vaders juist de straf op zich laden. Hij wordt niet verschoond. »De straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem; door zijne striemen is ons genezing geworden," zegt Jesaja 53 van den Messias. Door zijne straf, die Hij in de plaats der zijnen op zich nam, kan de Vader, kan de Rechter getuigen: sMijn Zoon heb Ik niet gespaard; Hem heb Ik niet verschoond, opdat gij, o mijn volk zoudt kunnen verschoond worden te dien dage, dien Ik zen,

om

;

!

maken

zal."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen