Dagen van goede boodschap - pagina 136

HET WOORD

128

smelting

ning

VLEESCII «EWOKDEK.

IS

van goddelijk

en menschelijk hier beider verzoe-

lag.

om

Die waardelooze windselen,

gewikkeld,

drom der

de voetjes van het Kindeke

meer

duizendmaal

hier

zijn

waard, dan

al

de

stoutste en prachtigste menschen-ideeën.

Aan

die ideeën

Die

zijn

een

omkomt en

hebben we

sterft

;?/cV*.

morgana

fata

van

in de woestijn, waarbij

men

dorst.

Neen, niet op die ideeën, maar op de feiten komt het hier

Op

aan.

die

Op

feiten alleen.

en

die wezenlijke engelen, die

vroegen, en wezenlijk spraken en wezenlijk zongen. Op al, wat daar zichtbaar uitwendig, tastbaar in dien stal van de herberg was en verwezenlijk

verschenen,

wezenlijk

Het hier zonder beteekenis. goud waard tegenover bet klader wijsgeerige bespiegelingen. En het middelpunt van

keerde en gebeurde.

Niets

hout van die kribbe

zelfs is

ter

geheel

als wij

dien

werkelijken

dien

n-c'zenlijk

is

kring

van werkelijkheden

aan ons hebben, daar, geborgen

stal

is

dat

dat met even wezenlijk bloed en vleesch

Kindeke,

werd ingedragen,

in

Maria's schoot, in

in dien stal uit dien schoot ge-

boren werd, en op Maria's of Jozefs armen uit dien stal weer uitging, de wereld in. Yan ons vleesch en van ons bloed dat Kindeke, zoodat ik, als ik mij

een ader opensnijde en er het bloed uit

weet, stellig weet, dat

is

nu even zulk bloed

ja,

éenen

Adams

Uit

!

Kindeke

bloed aan dat bloed verwant.

Jezus in zich droeg, bloede

zie vloeien,

als dat

aderen

;

in

Uit

wiens aderen God

ürieëenig het in het Paradijs eens zoo wonderlijk inschiep.

Een

feit,

een wonder, mij dus persoonlijk aangaande. Mij

aangaande,

niet

van

mijn

tastbaar

het

vleesch,

door gepeins en mijmering, maar in het

en wezenlijk aanzijn

als

mensch;

feit

tot in

dat ik voel als ik de hand op mijn gelaat leg,

bloed, dat mij uit de wonde druipt, als ik die hand schrijn. Het allerwerkelijkste der werkelijkheden dus. En toch is

en tot in het

dat

tastbare

zaïsch,

maar

en

werkelijke

geen oogenblik plat noch pro-

juist is dat werkelijke zoo prachtig verheven,

zoo goddelijk majestueus, zoo verheven schoon.

Schoon met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen