Uit de diepte - pagina 78
72 de secte der Farizeën gelden? er een graf, dat niet opengedrongen door de liefde van verkochten Niet alleen toonden zij de dreigingen der vijanden te verachten, door zich bij de gehate secte aan te sluiten, maar ook moest het al den schijn hebben voor de wereld, dat zij veel voor de zaak des Heeren over hadden. En toch, welk een snood bedrog werd er in hun binnenste gevoed! En zou in deze dagen de gemeente van Christus niet dikwerf besmet zijn met de zonde der huichelarij ? Juist nu weder in menige gemeente het ruischen van het nieuwe leven gehoord wordt, dienen we zoozeer op onze hoede te zijn tegen het Farizeïsme! Met dezulken mede te gaan, die het nauw nemen den weg der vromen te bewandelen, het heeft zulk eene bekoring. Maar wanneer het daarbij te doen is om eigen eer en niet om de eere Gods, dan zal al ons strijden voor het Koningschap van Christus ten slotte ons oordeel en onze ver-
Doch zou dit enkel voor Ook bi] Ananias en Saffira baar was. Hoe schenen zij Christus, toen zij hunne have
was
!
,
doemenis slechts des te zwaarder maken. Meer in schijn dan in wezen heilig, d. i. afgezonderd van de wereld, hoevelen hebben zich daarvan voor ftod te beschuldigen. Brengen wij ook in toepassing wat de Heere Jezus
uw aangezicht"? Wanneer roepen wij dan den naam des Heeren niet dikwerf anders aan, dan wanneer er anderen tegenwoordig zijn? Doen we het niet weleens voorkomen, alsof wij een kruis opgenomen hadden, terwijl eigenlijk geen vinger uitgestoken werd om een last in eigenlijken zin aan te roeren? Hoevele boezemzonden worden daarbinnen gekoesterd als troetelkinderen, terwijl wij met den mond beleden, dat wij den strijd aanvaardden tegen alle ongerechtigheden in hart en huis. die Wij spreken niet van die jammerlijke huichelarij daarin bestaat, dat men het wolvenhart zoekt te verbergen onder een schapenvacht Mochten de oogen ervoor opengaan, dat in den grond der zaak een iegelijk mensch, die in zijne zonden is, een vijand van Christus en van zijne kerk is, al ook een goed kerkganger en al loopt hij de rechtzinhij is nige prediking na. Er heeft eens een Eomein geleefd, die wenschte dat zijn hart van glas ware, opdat een iegelijk zou kunnen zien, wat daarin omging. Zoudt gij zulk een wensch kunnen koesteren ? Immers neen, wij zouden er zeer voor vreezen, indien men alles van buiten zou kunnen zien wat er van binnen omgaat. En waarom is er dan zoo weinig bekommernis over, zegt:
wij
«Wanneer
gij
vast, zoo zalft
in ons gezin bidden,
,
!
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 78](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's