GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 357

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 357

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

351 toegezegd had, zijn » ingang en uitgang te zullen bewaren", en toch had hij niet het geloof, waarmede men door eene bende dringt en over een muur springt. Toen de nood aan den man kwam, twijfelde hij aan alles, wat er op zijn levensweg was geschied. Zou hij zich niet hebben bedrogen? Met list en bedrog had hij zijn ouderen broeder den zegen ontroofd; zoude Heere hem na niet wellicht met droomen en verschijningen hebben misleid ? Trots Laban tienmaal zijn loon veranderd en hem telkens bedrogen had, was zijn vee in menigte uitgebroken over het gansche land; doch had de Voorzienigheid wellicht niet alles, wat hij ondernomen had, alleen doen gelukken, om hem nu alles door de hand van Ezau te laten ontnemen ? Het was, als zag hij dien harigen woestaard reeds aankomen om zijne bedreiging van vóór twintig jaren ten

uitvoer te leggen.

Toch kan

ook de gedachte niet loslaten, dat de Heere heeft bewezen hij gevoelt er iets van, dat de eere Gods zal geschonden worden, als hij het onderspit delft. Wat zouden de vijanden van Gods volk juichen, indien hij

hem eenmaal gunst

;

ten slotte Ezau toch triumfeerde!

Ach! Jakobs conscientie zegt, dat dit recht zoude zijn doch het krenkt hem het leven, als hij van 's Heeren gunst moest verstoken blijven. o! Mocht dit bij ons allen het geval zijn, die van harte medegaan met de vernieuwde reformatie onzer kerken. Als wij zien op onszelven, dan waren wy waardig, dat wij tot eene aanfluiting werden en dat dit gebouw door de huurlingen der zonde werd afgebroken. Maar is er ook iets in ons binnenste, dat den Heere smeekt, dat Hij om zijns heerlijken naams wil, niet alleen deze muren zal laten staan, maar ook dit gebouw dienstbaar maken wil aan de uitbreiding van zijn konink;

,

rijk,

den wasdom

zijner

kerk?

Jakob wist, wat hem ontbrak. Dit is een voorrecht. De mensch van nature blind voor den jammerstaat, waarin hij door den zondeval gekomen is. Maar als de oogen opengaan, ziet men, wat er ontbreekt; bespeurt men, dat er geen leven Gods in ons is, dat veeleer de dood in onze leden woelt, en dat al het bedenken van ons vleesch vijandschap tegen God is en zich aan de wet van God niet wil, noch kan onderwerpen. Als onwil en onmacht de ziel beginnen te drukken en te benauwen, dan kan het er niet bij blijven. De aanvankelijk levendgemaakte, die weet, wat hem ontbreekt, en als door een onweder voortgedreven wordt, kan niet rusten, voordat hij de daad Gods aan de ziel verkregen is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 357

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's