Uit de diepte - pagina 795
789
Maar ziet, wat Zacheüs' hart met blijdschap vervult, vervult den eigengerechtige, den vrome in zichzelven, met murmureering en ergernis. Vers 7 zegt: »En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot eenen zondigen man ingegaan, om te herbergen." Door » allen" hebben we hier niet, hoofd voor hoofd, een iegeverstaan, die rondom Jezus was. blinde, die door Jezus genezen was en Hem volgde, verheerlijkende, zal zich niet geërgerd hebben; evenmin ieder, die Jezus' zondaarsliefde zelf had ervaren. » Allen" moet hier noodzakelijk beperkt worden tot die bonte schare uit
lijk
te
De God
die Hem gevolgd was om het wonder, of uit enkel nieuwsgierigheid. In Jericho waren zeker ook de Farizeën ruim de vrome en godsdienstige menschen, vertegenwoordigd. Zij die urenlang konden bidden, veel gaven, zoo best mogelijk de wet van Mozes onderhielden, ieder het zijne wilden schenken,
Jericho,
,
dikwijls vastten
om hunne vroomheid
te
openbaren
,
zij
konden
het niet vatten, hoe Christus, die door het volk voor een groot profeet werd gehouden, zich kon ophouden met tollenaren en groote zondaren, met bedriegers, dieven en moordenaars. eens zoo bevreesd geweest voor eigen zonde, o. Waren zij als zij dat waren voor de zonde van anderen, zy hadden gezwegen, en inplaats van te zeggen: »Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen," uitgeroepen: »ZoneDavidsl !" kom ook in mijn hart, maak herberg in mijn huis Ziet, de eigengerechtige mensch slaat altijd het oog op menschen, om te vergelijken en zichzelven bij het kwaad van anderen den vrome te doen schynen. Zijn ik staat steeds op den voorgrond, en Christus op den achtergrond. Zelfverheffing is de grond, waarop het gebouw van eigenge-
rechtigheid zich verheft. Zoo ook hier. Door zelfverheffing verblind, duidt men het Christus kwalyk, dat Hij zondaren zoekt en redt. De Farizeër zegt: »Ik zal de vruchten eens laten zien, die aan mijn boom groeien"; en ziet, als ge het goed nagaat, is het een boom, die wortelt in het eigen ik, en hoe kunnen er dan waarlijk goede vruchten zijn? Onze Zacheüs brengt terstond vruchten voort. Hij doet openlijk belijdenis en zegt: »Zie, de helft van mijne goederen geef ik den armen, en indien ik iemand iets door bedrog ont-
vreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder." Deze vrucht van Zacheüs' bekeering is een waarachtige vrucht, omdat de boom, waaraan ze groeit, de wortelen in den Christus heeft, die hem ontdekt heeft door en hem aangenomen heeft. De Farizeër wil geven,
zijn
om
Geest den
er
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's