Uit de diepte - pagina 205
:
!
199
Wat
dit zegt,
wordt duidelijk
uit dit
woord: >Eu
Hij, zwaarlijk
zuchtende in zijnen geest, zeide: Wat begeert dit geslachteen teeken?" Maar de Heere geeft hun geen teeken, Hij gaat weg van hen en laat hen met hun hoogmoed en ongeloof alleen. Nu in het schip om over te varen naar de noordzijde van het meer, vermaant de Heere zijne jongeren en zegt: » Wacht u van den zuurdeesem der farizeën en van den zuurdeesem der Herodianen!" Dus van het ongeloof, van den hoogmoed, en van de eigengerechtigheid der farizeën en van de wereldschgezindheid en van de vleeschelyke lust der Herodianen. Dat was dus een ernstige vermaning tot den strijd en het leven des Geestes. En wat antwoorden de discipelen hierop? Zij zeggen: »Het is, omdat wij geen brooden medegenomen hebben !" Zij toonen derhalve in dit antwoord, dat zij den Heere volkomen misverstaan. En hoe de Heere over dit misverstand denkt, blijkt uit vers 17—21. Zoo worden dan de discipelen des Heeren ontdekt: 1. Aan hunne vleeschelijke gedachten. Is het niet schrikkelijk, geliefden, dat de Heere tot zijne
moet zeggen: » Bemerkt gij nieten nog uw verharde hart? Oogen
discipelen nog zoo telkens verstaat gij niet? Hebt
gij
hebbende, ziet gij niet, en ooren hebbende, hoort gij niet. o, Indien ongeloof en vleeschelijke overleggingen van de farizeën Hem zwaarlijk, weemoedig, droevig doen zuchten, wat moet het dan voor Hem zijn, als zijne discipelen in deze dingen toonen nog zoo ver van Hem af, en zoo onverstandig tegen Hem over te staan Het is of het Hem verwondert en verbaast, als Hij vraagt
»Hoe
verstaat gij niet?" of wij den Heiland tot de is
Emmaüsgangers hooren zeggen: »o. Gij onverstandigen en tragen van hart, om te gelooven!" Als de Heere zijne discipelen wijst op een geestelijken strijd, op behoedzaamheid tegen de zonde, en zij denken dan aan een paar brooden, die zij hadden moeten meenemen, dan zouden wij haast vragen: is dat uit gebrek aan onderwijs? Maar de Heere komt ons in deze vraag voor. Hij doet óok eene vraag en wel: «Gedenkt gij niet, toen ik de vijf brooden brak onder de vijfduizend mannen, hoevele volle manden met brokken gij opnaamt?" » Twaalf" zeggen zij. En op de volgende vraag is hun antwoord: Zeven!" maar wat er voor hunne zielen in Dit weten zij dus goed deze wonderen des Heeren lag, verstonden zij nog niet tot de praktijk van het leven kwam dit niet zoo terstond. Heeft de aanschouwing dezer heerlijke openbaring zijner macht en Het
ü»
;
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 205](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's