Dagen van goede boodschap - pagina 24

16

HET KERSTFEEST VOOR GODS INGELEIDE KINDEKEN.

hoe

ge

geboren,

èn

dat

en boe ge ontvangen

zijt,

het u gold en n betrof en tot het ontstaan van

nic

dewijl

persoon

dan ook pemoonVijh aangaat, en wel terdege beslist toekomst en voor den stand

leidde, n

voor uw persoon, voor uw waarin ge tegenover uw God

staat.

Dat ge dus, indien het waar is, ,/dat ge in zonde ontvangen wei'dt en geboren zijt in ongerechtigheid" u volstrekt maar niet aan kunt stellen, als ging dat nu alleen uw vader en moeder aan, en als viel dit buiten uw verantwoordelijkheid. Want dat ge, hoe en op wat wijs zich dit zondige, onheilige en ongerechtige dan ook in uw eerste oorsprongen en aanvangen mengde, niettemin daardoor zei ,

aangedaan,

persoonlijk

•een ongerechtige

En

immers,

nu,

ontheiligd,

geworden als

en

tot

een zondaar en

zijt.

ge gevogelte uitbroedt en er

komen

misvormde en geschonden kiekens tevoorschijn, dan vraagt ge niet of dit aan de hen lag of uit andere oorzaak te verklaren is, maar ge werpt ze eenvoudig teeg, omuit den dop

dat

gij

geen geschonden gevogelte gebruiken kunt, het niet aangezicht Avilt dulden, en dus niet geworden

uw

voor

laten kiint.

En

dan anders met den driemaal Heilige zijn, bij den glans van wiens heiligheid zelfs de fonkeling der starren verbleeken moet, en die „Ik ben te heilig van oogen dan dat Ik het gezegd heeft zou

met dien

het

ontzaglijken God,

:

onheilige zou

En het

als

alzoo

eei^feten

kunnen

ge dan toch,

zien''

?

uw weg nu

bevindt, dat gijzelt,

gij

rugwaarts overdenkend, persoonlijk,

daar, in

uw

levensstond, als een aangestoken, onrein en besmet

wicht voor uw God hebt neergelegen, weet, peilt, doorziet dan niet, hoe toen die Heilige ook u eenvoudig had moeten wegwerpen om de alles afdoende en volstrekt ge-

ge

;

noegzame reden, dut Hij geen onheilige .schepselen didden kan ? En dat, indien Hij dit dan toch niet deed, en u niet verwierp, maar nog opzocht in uwen bloede en het /in uwen bloede leef \" u toeriep, dat er dan, zeg ik, toch een reddende, een verzoenende oorzaak tusschenbeide moest zijn ,

getreden, en dat die oorzaak in niets anders liggen of vallen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen