Uit de diepte - pagina 255
;:
249 Zij
God ons
Of
is
volk genadig! ons volk door onze regeering niet sedert jaren door die rampzalige schoolwet, waardoor aan hetzelve eene school en een onderwijs, ten eenenmale buiten Gods Woord om, werd opgedrongen, stelselmatig afgetrokken en vervreemd van den levenden God, en dat terwijl allerlei satanische machten opdoemen uit den afgrond en de fundamenten van staat en maatschappij ondermynen, zonder dat de godsdienst, het geloof, een steunsel bieden om staande te blijven tegen dien alles verwoestenden stroom. Ontzettende verblinding der overheid, dat zij heeft gewild, dat onze kinderen tegenover het monster van revolutie, socialisme en Godverloochening weerloos staan zouden in dien kamp op leven en dood, dien wij tegengaan; waar de Schrift zegt: i>Doet aan de geheele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den boozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven", daar voerde de overheid de kindereu onzes volks het verderf tegemoet, evenals men oudtijds onder de heidenen slaven weerloos en ongewapend temidden van de leeuwen wierp, om het volk ten schouwspel te verstrekken eene overheid, die hier den Bijbel van de scholen bande, maar in onze overzeesche bezittingen hulde bewees aan den valschen profeet Mohammed, door een tempel voor hem te doen bouwen, en zich door regeeringsgezanten te laten vertegenwoordigen bij een heidensche plechtigheid, het slachten van eenige karbouwen, als eene offerande om de booze geesten te bezweren, bij gelegenheid der inwijding van een nieuwen spoorweg; eene overheid, die hier de publieke onzedelijkheid onder de bescherming harer wetten plaatste, en in onze Indien geld slaat uit de verpachting van opiumkitten; eene overheid, die niet tevreden met God uit de scholen voor de kinderen onzes volks gebannen te hebben, in onze dagen nog daarenboven de verwoesting onzer kerken niet alleen duldde, maar zelf de kerkverwoesters alom den weg baande, hare booge bescherming verleende, en het lydelijk aanzag, dat het schreeuwendst onrecht werd gepleegd aan hen, die, door hunne conscientie gedwongen, zich van hunne medeplichtigheid daaraan Of zegt de Schrift niet voor God trachtten te zuiveren. »Wee dengene, die den goddelooze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt." ï>Het hart des konings is in de hand des^
—
Heeren als waterbeken, en
Hij neigt het tot Hij wil," ook dan, wanneer Hy, ziende dat de maat der ongerechtigheden van een volk vol is, wil dat die waterbeken aanwellen tot een bergstroom, om zijne oordeelen al
wat
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's