Uit de diepte - pagina 299

293 onder Gods wijs bestuur om bet stilzitten van zeventig jaren, omdat aan onzen Jezus de kroon werd ontnomen en wij als de honden waren die niet meer konden bassen. 't Was de straffende band Gods; ruaar voor zijn volk is zijn straffen zegenen. Niet als wij de roede boeren en wie ze besteld beeft, is het de tijd des toorns meer; als God zich niet met ons schijnt te bemoeien, is het gevaarlijker toestand. o, Gods naam zij geloofd, die ons door bet viertal hoornen uit deze vadsigheid opstooten liet. sVele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit alle die redt hem de Heere" (Ps. 34 20). Ook het tweede van dit woord moest aan Zacbaria worden getoond. Hij ziet vier smeden Tegenover de hoornen heeft God ze gesteld, geen enkelen minder, ook geen enkele meer, vier tegen vier. Hij beeft ze niet uit de engelen genomen; geen legioenen dalen neer Hij nam ze uit de kinderen der menschen. uit den boogen Maar bij nam ook niet de zwakke vrouw of bet jeugdig kind, maar mannen in kracht; geene handen, aan borduurwerk gewoon, maar banden, die geoefend zijn als de zware hamers op bet aanbeeld neervielen; handen, die de vijl weten te hanteeren om de hoornen ter aarde te doen vallen; handen, die den stierenkop met ijzeren staven kunnen verpletteren. Zoo immers verklaarde de hemel zelf bet gezicht: »Deze zijn gekomen om die te verschrikken, om de hoornen der heidenen neder te werpen, welke den hoorn verbeven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien" (vs. 11). God beeft, om zonder beeldspraak te spreken, mannen verwekt om man tegen man te strijden; want het behaagt Hem om geredde zondaren te stellen tot bouwlieden van zijn huis. Tegenover de ijdele philosophie, de waarheid door onze vaderen beleden; tegenover menschelijke rechtsverkrachting, bet recht onzes Gods: »Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den menschen"; tegenover synodale heerschappij bét Koningschap van Jezus tegenover militaire macht, het gebed voor den vijand, het dulden, het met blijdschap aanzien van de berooving onzer goederen. Neen! wij hebben in geen enkel opzicht te vreezen; want die hoornen zullen niet langer en niet barder stoeten dan de raad is van onzen alleen wyzen en getrouwen God; want Hij beeft den tegenweer besteld, die niet wankelen noch falen zal. »Ik heb", zoo is zijn woord tot zijn Israël (Jes 54 16), i>den smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast, en die het instrument voortbrengt tot zijn werk. Alle instrument, dat tegen u bereid is, zal niet gelukken; en alle tong, die in bet gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen. Dit is de erve der knechten des Heeren en hunne gerechtigheid is uit Mij." ,

,

:

;

;

•

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen