Uit de diepte - pagina 657
651 einde; er kwam een oogenblik, waarin Hij zeggen kon: j>Het is volbracht." Maar uwe smarten zullen eindigen, indien gij het bloed des Nieuwen Testaments onrein acht; de eeuwige verdoemenis zal uw deel zijn wanneer gij u blijft verharden, en den aan het kruis verhoogden Christus niet noodig acht voor uw onsterfelijke ziel. oordeel zal ontzaglijker zijn, naarmate gij meer onder het licht van Gods Woord mocht leven. Het oordeel over de overpriesters zal zwaarder geweest zijn, dan dat over de heidenen, die Christus verwierpen en bleven verwerpen. Ach, of gij nog op dezen uwen dag bekendet, wat tot uw vrede dient! Mocht het niet voor uwe oogen verborgen blijven. Smeekt om
nimmer
,
Uw
ontdekkend
licht.
gij u als verloren kennen, juist om verlorenen en zalig te maken, heeft de Heere Jezus gearbeid tot in het bloed van Golgotha. Als eon zondaar staande gehouden wordt op zijn jammerlijken weg, dan bevangt verschrikking zijne ziel. Dan gevoelt hij, dat niemand wonen kan bij een verterend vuur. Maar als Jezus zich openbaart aan het hart, dan leert men, dat dit alleen geschieden kan doordat Hij den verterenden gloed van Gods heiligheid op zijne ziel en zijn lichaam heeft laten komen, zoodat allen, die achter Hem schuilen, vrij uitgaan. Hoe zullen wij het weten, of wij daaraan deelhebben ? In het hart, dat bearbeid is door den Heiligen Geest, is een honger en dorst naar de gerechtigheid, is eene armoede des geestes, is een treuren over de zonde. Is er geene oorzaak om te weenen over onze ongerechtigheden, als wy bedenken, dat zij mede de nagels deden drijven door het lichaam van den Heiland? Maar hoe dikwerf is het menigeen verkondigd, dat hij dood is in zonden en misdaden dat hij met al zijne genegenheden tegen God inligt, zonder dat hij ooit om genade leerde roepen En dit wel, terwijl men het merk en veldteeken des Heeren draagt, door doop en belijdenis opgenomen is in het uitwendig genadeverbond Het zal Tyrus en Sidon verdragelij ker zijn in den dag des oordeels dan denzulken Maar nog is het in het heden der genade Vraagt om een hand des geloofs, om deze te leggen op het offerlam Christus. En deden wij het eenmaal, telkens opnieuw
En
te
leerdet
zoeken
,
;
!
!
!
!
hebben
wij
daaraan behoefte.
Amen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 657](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's