GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 211

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 211

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

205 Zoo wil Jezus zeggen: »Zal Hij, die het leven voeden en onderhouden? En Hij, die het lichaam formeerde, het niet kleeden?" Er is dus verschil. En zoo mogen wij dan ook naar Gods Woord vragen: »l3 de ziel niet meer dan het lichaam, en is de eeuwigheid niet meer dan de tijd?" Zoo óok: »Is het geestelijke niet meer dan het stoffelijke?" Zeer zeker; want wat geestelijk is, is uit God, het stoffelijke en heeft de bestemming voor de eeuwigheid Er is dus niet enkel te zeggen: het geestelijke is is tijdelijk. hoog er dan het stoffelijke; neen, het geestelijke is het hoogste. Het is niet enkel een verschil in graad, het is het verschil in wezen. Het is tweeërlei gebied. Het is zoode

kleeding?

schiep,

het

niet

;

zeer tweeërlei gebied, dat wie enkel in het stoffelijke leeft, er zich geheel in verdiept en aan overgeeft, b 1 ij f t buiten en tegenover God staan, en komt voor de eeuwigheid om. Daarentegen, wie, naar het beeld Gods hernieuwd, leeft in

de aanschouwing, door en zoo steeds meer gevormd wordt tot eengeestelijk mensch, rijpt voor het eeuwige leven met God. Derhalve, al wat men te veel, dat is ongeestelijk, aan de stoffelijke dingen hecht, doet schade aan het geestelijke omdat gij daardoor, zij het voor een deel, het stoffelijke in de plaats van het geestelijke stelt. Juist zooals de discipelen deden, toen de Heere vermaande: » Wacht u voor den zuurdeesem der farizeën en der Herodianen"; in hun spreken over de broeden, door hen vergeten, verdrong het stoffelijke het geestelijke. Gelukkig, dat zij in 's Heeren hand waren, en Hij terstond hunne dwaling, hun misverstand en onverstand ontdekte. Wat er hoogs en heerlijks en voortreffelijks is in de dingen dezes tijds, haalt toch niet in heerlijkheid bij zelfs de geringste gave des Heiligen Geestes. In dit laatste is de kiem des eeuwigen levens en van den zegen die voor de eeuwigheid geldt, terwijl het eerste in alles het kenmerk draagt der vergankelijkheid en dus der onvolmaaktheid. Alleen God, uit wien alles wat geestelijk is in den mensch vloeit, kan het hart des menschen vervullen en dus verzadigen. Is het niet onmisbaar, dat telkens, zij het dan ook beschamend, het hart des menschen teruggeleid wordt door 's Heeren machtig Woord, zoo menigmaal het afwijkt van het hoogste, dat geestelijke van God zelf; om weer gebracht te worden in Hem, in het leven in Hem? Hoe verstaat gij niet, arm hart, dat gij in het najagen van de dingen dezer wereld, in vleeschelijke overleggingen, uw God voorbijgaat, verwerpt, onteert ? Hoe verstaat gij niet,

de

het

gemeenschap met geloof,

der

God;

leeft

in

geestelijke .dingen,

;

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 211

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's