GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 216

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 216

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

210

kan worden opgevoed, uit kracht zijner verdorven natuur, zonder tuchtiging, evenmin kan de Heere om dezelfde reden, zijne kinderen opvoeden zonder tuchtiging. Zij is onmisbaar. Hoc verstaat gij niet? Wie meenen mocht den Heere in alles te verstaan,

bekwaam daartoe en

gewillig daartoe te zijn,

hem

nog menig omwindsel der oogen moeten afgenomen worden En toch gaat het wel zoo, bij de aanvang op den weg ten leven. De oogen, die aanvankelijk meenen alles te zien en dan ook den Heere in alles te verstaan, moeten zich daarnii. menigmaal neerslaan van beschaming, en de belijdenis aan gaande gebrek aan geestelijk verstand telkens worden gehoord. Maar, geliefden, dit afbreken is opbouwen. In dit teruggaan is vooruitgang; in dit zinken in eigen oogen groeit het leven Gods in uwe ziele, en krijgt Christus eene gestalte in u. Laat het dan maar zoo gaan. In Gods weg gaat het goed. Ook met de jongeren, die o, nog zoo menigmaal den Heere bedroefden door hun vleeschelijke gedachten, ging het zoo. Wat mannen, als op den Pinksterdag het volle licht des Geestes voor beu opging! En dat alles door Hem, die roept, en getrouw is, en die het ook doet! zal

!

,

Broeders en zusters, acht gij het voor uwe ziele niet eene onmisbare bestraffing? Wie van Gods kinderen zal dit tegenspreken? Dat is zoo. Maar het is nog iets anders, het onmisbare van 's Heeren Woord en het rechtmatige te erkennen, of met het hart er zich onder te buigen. Toch wordt bij elk misverstand van den Heere, het hart eraan ontdekt, eigen dwaling erkend, zoowel als de goedheid Gods, die bemoeienis houdt met zijn volk. Onmisbaar? Zeer zeker! Alleen hij, die nog meent in zichzelven te bezitten de macht om wat geestelyk is te verstaan, zal voor de onmisbaarheid geen oorzaak vinden. Daarentegen, die geleerd heeft, dat alle goede gaven en volmaakte giften afdalen van den Vader der lichten, zal niet alleen eiken arbeid Gods onmisbaar achten, maar er zelfs een blijk in zien der liefde Gods, die van zonde en dwaling terughoudt en redt. En dat moet erin gezien worden. Alleen waar het hart ver van den Heere leeft, zal de bestraffende of vermanende daad of het woord des Heeren tegenstand wekken. Maar ook dan, wyl de Heere doorgaat zijn kind te redden, zal Hij zijn doel bereiken: beschamingwekken en begeerte naar licht en heil. Neen, de ziel van Gods kinderen haat de bestraffing niet, maar door Gods genade buigt zij er zich onder, want weer, wel: het hart is geneigd naar de vreeze des Heeren en zijne eer gaat boven alles.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 216

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's