GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 137

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 137

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

131

dagen toe haar gerookt badden." Sedert lang was het afgodische Israël bezig geweest godsdienstige eere aan die koperen slang te bewijzen, had het zijne reukoffers gebracht en er heil en genezing en redding van verwacht, gelijk de vaderen hadden ondervonden. Hoewel dikwerf door de ervaring geleerd, had de teleurstelling niet genezen maar tot op dien dag was men voortgegaan met de afgoderij. Nu treedt Hizkia op en roept: » Verdwaasd Israël! wat gij bewierookt, is Nehustan, ,

een stuk koper en anders niet!" en hij verbrijzelt het. Zoo maakt de menschelijke zonde de teekenen van Gods trouw tot afgodsbeelden. Zoo verwoest hy het heilige, en maakt hij de wateren, die uit des Heeren troon komen, zichzelven tot een vergif. Eenmaal stond de mensch in Eden, als de kroon, door God aan zijne schepping gegeven, als de beelddrager des Heiligen. Maar Satan kwam en lokte en beloofde en de mensch werd bondgenoot van den booze om den Heere naar de kroon te steken en zichzelven te maken tot God. Sedert is het werk van den mensch, nu zelf verdorven, het verderven, en hoe groot dat verderf is, teekent het heilig Woord aldus » De gansche wereld is verdoemelijk voor God." De vloek Gods wordt verkondigd in de plantenwereld door doorn en distel, door het lijden van boom en kruid onder zomerhitte en herfststormen. Dien vloek vindt gij in de dierenwereld in vergiftige adder en verscheurende hyena, in al het lijden, als het eene dier het andere martelt en verslindt. Dien vloek verkondigen woestijn en zee, met alle uitputting en alle angstgeschrei. Op die wereld met hare boomen en kruiden, met viervoetig en kruipend gedierte, zag eens de Almachtige, en Hij zag, dat het goed was. Toen juichten de kinderen Gods en de morgensterren zongen, en nu: wederom zag Hij op de wereld of iemand goed deed en zijn eigen vinger schreef boven die wereld: «Verdoemelijk voor God!" Ja, God handhaaft zijne eere en Hij zorgt dat de Serafs kunnen zingen: » Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen; de gansche aarde is van zijne heerlijkheid vol," maar ook de groote schare in den hemel roept: » Zijne oordeelen zijn waarachtig en rechtvaardig", en het » Halleluja" klinkt, als de rook der veroordeelden opgaat in alle eeuwigheid. Maar dat teeken van Gods genade en redding die koperen slang, zal toch heilig blijven. Hoe kan daaraan in het rgk der zonde eene plaats worden gegeven ? Heeft dan Satan den Zone Gods te heilig geacht, en hebben niet zijne dienaren den Koning, ons gegeven, zich tot een steen des aanstoots en een rots der ergernis gemaakt, den Vredevorst zich tot een vijand, het ,

:

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 137

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's