GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 182

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 182

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

176 ware men gansch onschuldig, durft men antwoorden: wij tegen U gesproken?" Een enkel woord over dat stegen den Heere spreken". Dit bestaat niet alleen in het direct spreken van onbeschaamde en goddelooze woorden tegen God maar ook in het spreken ten nadeele des Heeren tegenover elkander, zooals blykt uit de volgende woorden, die zij tot den naaste richten. Zij betoonen zich in hun spreken met den naaste als vijanden van den dienst des Heeren, als verwerpers van zijnen naam, als spotters met de lankmoedigheid Gods. En zouden wij bij het spreken tegen den Heere de van God vervreemde gedachten en de tegen God ingaande handelingen behoeven uit te sluiten? Als

»Wat hebben

;

Het zondig volk loochent echter onbeschaamd alle schuld in deze dingen. Men ziet niet de diepte der zonde, die er in dat spreken tegen God ligt. Hoe menig eigengerechtig zondaar heeft ook die oppervlakIeder zondaar kige opvatting der zonde of liever gezegd beeft die van nature. Het zondig spreken tegen God wordt dan beperkt tot het vloeken of uitbraken van godslasterlijke dingen. Neen mijne hoorders, onze catechismus zegt het anders in de verklaring van het derde gebod: sdat wij niet alleen met vloeken of met valschen eede maar ook met onnoodig zweren den naam Gods niet lasteren, noch misbruiken, noch ons met ons, stilzwijgen en toezien zulke schrikkelijke zonden deelachtig maken. En dat wij den heiligen naam des Heeren anders in éen woord opdat Hij van ons niet dan met vreeze en eerbied gebruiken en recht bekend, aangeroepen en in al onze geprezen worde. (Antw. 99). Alle spreken tot den naaste, dat niet tot eere des Heeren strekken kan en hem en onszelven aftrekt van den dienst des Heeren, is een zondig spreken tegen God! Als dan ook het zondig volk op het punt van het spreken tegen God onbeschaamd zijne schuld loochent, komt het bewijs hiervan in de woorden, die zij tot elkander richten, (vs. 14 en 15). Gij zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid is het, dat wij zijne wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan voor het aangezicht des Heeren der heirscharen? En nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden gebouwd; ook verzoeken zy den Heere en ontkomen." Nadat de mensch van God is afgevallen, is de zondaar aan de begeerlgkheid overgegeven. Hij vraagt steeds naar het zien;

:

,

,

,

;

woorden

werken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 182

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's