Uit de diepte - pagina 244

!

238

m. De reddende tegelijk

zeide

de

tot

engel, die de gekerkerde jongeren uitleidde, was brenger eener nieuwe volmacht. De engel toch hen: »Gaat henen, en staat, en spreekt

den tempel tot het volk alle de woorden dezes levens. Welk een blijde boodschap brengt hij hun

in

Welk een hooge goedkeuring geeft hun de Heere op hetgeen gedaan hadden, en waarom zy gekerkerd waren Welk een prikkel om voort te gaan op den ingeslagen weg En dat in

zij

!

!

deze oogenblikken. Hun wordt niets nieuws geboden. Integendeel, de oude last, om henen te gaan in de geheele wereld en het Evangelie te prediken, wordt nu met het oog op een bepaalde plaats herhaald. De Heere had ook zelfs vroeger reeds uitdrukkelijk bevolen, om van Jeruzalem te beginnen. Het was ook zoo geheel naar de behoefte van hun hart. Of hebben zij niet voor den Raad verklaard » a n t w ij :

W

kunnen niet laten te spreken, hetgeen gezien en gehoord hebben"? Maar nu de Heere

wij

hun zijn bevel vernieuwt door den mond zijns engels, wordt ook alle twijfel onmogelijk gemaakt, of zij wel met 's Heeren goedkeuring mogen voortgaan. En waarvoor zullen zij vreezen, nu de Heere met hen is en achter hen staat ? Zij zijn in zijn dienst, en dat is hun genoeg. Zij hebben het Woord des levens volke te verkondigen. Zij mogen dat Woord den volke onthouden ter wille van den tegenstand immers dat zou hun het leven onthouden zijn. Maar zoo nu is het ook de dure roeping van allen, die in oprechtheid in den Heere Jezus gelooven en Hem waarlijk liefhebben. Ja, het moet hunne eer en hun voorrecht zijn het volk dat krank is en den eeuwigen dood onderworpen, de woorden des levens te brengen. Dat is niet alleen en uitsluitend de roeping van de leeraars, maar ook van lederen geloovige. Het is een heilzaam liefdewerk in 's Heeren dienst en naar zijn welbehagen, om dood- en doemschuldigen vergeving te verkondigen en gebondenen vrijlating. Dat is een werk, waartoe de blijdschap des geloofs, de liefde voor Christus en de mededeelzaamheid, als vrucht der ontvangene genade, dringt. De Heere wil het en steunt het wat meer is, de Heilige Geest werkt het, en hoe kan het dan anders dan gezegende vruchten dragen ? Hoe anders dan zegevieren ? Wat dan nu ook beproefd worde in den dienst des ongeloofs om den volke, en vooral het opkomend geslacht, de woorden des levens te onthouden en daarvan te vervreemden, het moge ons met droefheid vervullen, maar het ontmoedige ons niet; integendeel, het vure

den

niet

;

,

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen