Uit de diepte - pagina 201

195 de onwaardigheid, die de zondige ziel van zichzelve heeft, uit. geeft zich, om het zoo uit te drukken, op genade en ongenade aan den machtigen Heere over. En de Heere, neen, Hij vreest niet, dat zijne reinheid bezoedeld zal worden door onreinheid. Dat kan niet, omdat zijne Godheid 's zondaars zijne menschelijke natuur geschraagd heeft, zoodat zij niet bezweken is, toen zij de zonde en schuld van Christus' gemeente op het kruis droeg en den toorn Gods daartegen verzoende. »Ik wil, word gereinigd," is dan zijn antwoord. Of Hij zoo mag spreken? Zeker, want Hij spreekt als Hoogepriester, die van voor de grondlegging der wereld tot den Vader op grond zijner zoenverdienste gebeden heeft: » Vader Ik wil, dat, waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt." Dat is het machtwoord, waarop de ziele den weg der verlossing wordt ingedragen, in het verbond ingeleid, en met het volk Gods vereenigd. En vertoon u nu, o ziele, aan den priester. Het pausdom heeft hier een bewijs meenen te vinden voor eene zijner stellingen, dat zijne priesters, naar uitwijzen des Heeren, geroepen zijn, om het: sik verklaar u rein" den zondaar in de biecht toe te fluisteren. Doch die meening is niet houdbaar meer, zoodra wij overwegen, dat de priester van Israël niet op z ij n gezag rein verklaart, maar alleen op dat der wet. Wij zouden dus evengoed kunnen zeggen: » Vertoon u der wet en vraag haar, of zij nog vlek of rimpel aan u ziet, nu gij door Christus' rechtsen wetsvoldoening, welke de Vader u toegerekend heeft, als hadt gij die zelf verkregen, rein gemaakt zijt. En haar antwoord zal wezen: »Ik heb niets meer te eischen; aan mijn recht is voldaan." De vloek is opgeheven. Het is het offer van Golgotha, door den eeuwigen Hoogepriester gebracht, voor hetwelk het kleed der gerechtigheid en heiligheid is gekocht, waarmee nu de onreine ziel wordt bekleed, nadat de gescheurde kleederen van eigengerechtigheid en werkheiligheid haar zijn ontnomen en zijzelve gewasschen is in het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, dat reinigt van alle zonde, De wet, rechtvaardig, heilig en goed, o, Heerlijke zaligheid verklaart onrein, maar Jezus Christus, voor zijn gansche gemeente voldaan hebbende aan Gods heilig recht, maakt rein en niets is in staat, om wat Hij gereinigd heeft gemeen te maken, o. Diepte van genade en ontferming, wie zal u uitspreken? »Och of ik," zoo schreef de kinderlijk-vrome Rutherford voor twee eeuwen in eene zijner brieven, over de zaligheid der reinmaking sprekende: sOch of ik een boek van Christus of zijne liefde kon schrijven! Onderstel, dat ik tot witte assche gemaakt en verbrand werd voor dezelfde waarheid, Zij

!

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen