Uit de diepte - pagina 155

, :

149 vraagt

naar

tot een

God

de Heere antwoordt

haar",

(vs.

22): »Ik zal u

zijn."

Jeschurun, met éenen naam genoemd, bestond uit een twaalftal Twaalf Gij vindt de vaderen in Gen. 49 genoemd. is het getal des verbonds. Het drietal, het getal der Godheid verbonden met het viertal het getal der menschheid in Oosten en Westen, Zuiden en Noorden door optellen als zevental vormt of door vermenigvuldiging tot het twaalftal geworden het verbondsgetal. Jeschurun is het bondsvolk van God. In ons hoofdstuk worden Simeon en Issaschar niet genoemd en wordt dus het tiental gevonden, het getal der volkomenheid, om het volk als een volkomen volk ons voor te stellen. Die stammen woonden verdeeld in onderscheidene oorden, tot zelfs Zy dragen onderscheidene namen. Toch is over de Jordaan. het éen volk, met éen heiligdom, uit éenen vader gesproten, met denzelfden aard, denzelfden gelaatstrek. Zoo is ook het geestelijk Israël onderscheiden in taal, in woonplaats, in kerkelijken naam, maar toch éen volk Gods. Het is éen Heere, éen geloof, éen doop, éen Herder, éene kudde. Tezamen zyn zg de éene algeraoene Christelijke kerk. Ach! gelijk in het oude Israël voeren soms de stammen heeten strijd, scheidt zich Juda van Isi-ael, ja is er nyd tusschen Efraïm en Manasse; maar toch, Jeschurun behoort tezamen, en de God van Jeschurun heeft beloofd, dat Hij Te dien dage zal de Heere éen de stammen vergaderen zal. Dan zal het gezien worden, dat er zijn en zijn naam éen. is eene gemeenschap der heiligen, en al richt dan elk naar aard zyn huisgezin in, inwendig is het éene zijn bijzonderen kerke des levenden Gods. In de Valeriaansche vervolging ten tijde van den bisschop Cyprianus vonden driehonderd geloovigen om hun onwrikbaar belijden in een gloeienden kalkoven den marteldood. Zij ontvingen tezamen éenen naam » massa candida" (witte menigte), in Clemens' hymne zoo schoon bezongen. Zoo dragen ook de tienduizendmaal tienduizenden die hier op aarde in de verdrukking zijn en de smaadheid van Christus lijden, den éenen naam Jeschurun. Het is éene gemeente, wier zonden zgn geworden als witte wol, die als vleugelen eener duive is, overdekt met zilver en welker vederen zijn als uitgegraven geluwen goud (Ps. 68 14). Hun hymne klinkt daarboven »Amen. De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen." Wie zijn ze en vanwaar zijn ze gekomen? De hemel zelf antwoordt: » Dezen zijn het, die uit de groote verdrukking komen, en zij hebben hunne lange

stammen.

,

,

,

,

,

,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen