GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 701

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 701

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

695 het laatste komt, heeft niet minder loon dan de morgenure van den Paaschdag tot den arbeid van getuigen werden geroepen. Ts het niet zelfs, alsof de laatste de eerste is geworden? Van de discipelen lezen wij, wat van de vrouwen reeds bij het eerste ontmoeten wordt getuigd (Math. 28 9) dat zij den Heere eerst aanbaden, toen Hij van hen werd opgenomen in den hemel en Thomas zien wij reeds ten achtsten dage neergezonken aan de voeten van xijn Heiland. En wie van het elftal heeft in den ganschen tijd van het Paasch- tot het Pinksterfeest eene belijdenis uitgesproken, als die wij hier uit Thomas' mond hebben gehoord: »Mijn Heere en mijn God"? Als Simon Jonaszoon had uitgesproken: »Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods," dan ontving hij den nieuwen naam met het woord: »0p deze petra zal Ik mijne gemeente bouwen." Oeen andere belijdenis sprak Thomas uit dan deze, en zijn woord is het, dat het geloof uitdrukt van al wat eenmaal in de hemelen het Lam omringen en Hem eeuwig lofzingen zal. »Heer," dat is de naam van den Middelaar Gods en der menschen, den mensch Christus Jezus, die als koning zal heerschen over de geheele aarde maar meer dan een koning is hier, want Hij is God, te prijzen in alle eeuwigheid. <jelijk een Jesaja het Kind geboren en den Zoon gegeven zag; gelijk in het lied der liefde van den psalmdiehter (Ps. 45) wordt gezongen: »Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos" en wederom: » Dewijl Hij uw Heer (niet » Heere" ^) is, zoo buig u voor Hem neder," zoo erkent Hem Thomas als zijn Heer, maar ook als zijn God. De verborgenheid der godzaligheid is hem duidelyk geworden God geopenbaard in het vleesch en niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest en eerj iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren. Dat had vleesch en bloed hem niet geopenbaard; dat was geene vrucht van menschelijk beschouwen, of van wetenschappelijk onderzoek; dat had de "Vader in de hemelen hem gegeven, o. Mij dunkt, zoo de Heere hem had gevraagd: »Hoe zijt gij tot die belijdenis gekomen?" hij zou hebben geantwoord: »Gij hebt mij overreed en. ik ben overreed geworden; Gij zijt mij te sterk geworden en hebt overmocht." Die belijdenis is de waarheid. De Heere zelf !" heeft er het zegel op gezet, als Hij zeide: «Nu gelooft gij, Thomas Dit is dan ook de groote inhoud van uw geloof en het mijne, indien wij discipelen van Christus zijn. Niet het verstandelijk erkennen zal ons redden bij Thomas was het geen Ziet,

die

die

in

:

;

;

:

;

;

1)

Ten onrechte

is

in latere uitgaven die e bijgevoegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 701

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's